Hardloper
De hardloper (Coluber constrictor) is een niet-giftige slang uit de familie toornslangachtigen en de onderfamilie Colubrinae.
Da
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
In
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Te
TerrestrischePr
Precociale dierenEi
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Ho
Holbewonende dierenEen graafgang is een holte of een tunnel die een dier in de grond heeft gegraven als tijdelijk verblijf, als schuilplaats of als bijproduct van ond...
Ro
RoofdierenPredatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier. Predatoren worden ook natuurlijke ...
Ni
Niet-giftigeOv
Over het algemeen solitaire dierenGe
Geen migrantIn
In winterslaapDe winterslaap, ook wel hibernatie is een staat van voortdurende hypothermie. Deze kan een lange periode duren, een aantal dagen, enkele weken en s...
E
begint metDe lengte loopt uiteen van ongeveer negentig centimeter tot 1,5 meter, uitschieters kunnen 1,85 m bereiken. De kleur is zeer variabel, zowel bruine, gele als meer blauwachtige exemplaren komen voor. Het lichaam is smal en de staart is lang en dun, de kop is breed en duidelijk afgesnoerd door een smalle nek. De iris is bruin tot donkergeel van kleur. De juvenielen zijn bij de geboorte ongeveer 25 centimeter lang en hebben donkere vlekjes op de rug die na verloop van tijd verdwijnen als ze ongeveer 75 centimeter lang zijn. Lange tijd werd zelfs gedacht dat de juvenielen tot een andere soort behoorden.
De hardloper komt voor in Noord- en Midden-Amerika: in zuidelijk Canada, de Verenigde Staten, Mexico, Belize en noordelijk Guatemala. Er zijn elf ondersoorten die wat betreft verspreidingsgebied sterk afwijken.
De habitat bestaat uit een grote diversiteit aan biotopen, zoals bossen, savannen, scrublands, graslanden, woestijnen, moerassen en rotsige omgevingen. Ook in door de mens aangepaste streken zoals weilanden kan de slang worden aangetroffen. Zowel in droge als vochtige omgevingen wordt de soort aangetroffen, maar niet in berggebieden en woestijnen.
De hardloper is een dagactieve, bodembewonende soort die goed kan klimmen en bekendstaat als bijzonder snel. De wetenschappelijke soortaanduiding constrictor betekent wurgen, en ondanks dat vele gladde slangen de prooi wurgen doet deze soort dat niet. De prooi wordt verpletterd onder het lichaam of doodgedrukt door de kaken. Op het menu staan hagedissen, kleine zoogdieren, vogels, eieren, slangen, kleine schildpadden en kikkers. Jongere dieren eten vaak insecten. De slang staat bekend als agressief en bijt bij verstoring. Vroeger werd wel gedacht dat het dier mensen achtervolgde maar dit wordt beschouwd als een sterk verhaal.
De eieren worden afgezet in de zomer. Er worden drie tot elf eieren afgezet, soms leggen meerdere vrouwtjes hun eieren in hetzelfde nest.