De platkopbuidelmuis (Planigale ingrami) is een roofbuideldier uit het geslacht der platkopbuidelmuizen (Planigale). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Oldfield Thomas in 1906. De benaming ingrami is een eerbetoon aan William Ingram, die een van de sponsoren was van de expeditie naar Australië.
Na
NachtelijkVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
In
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
To
TorporaalTorpor is een toestand van verminderde fysiologische activiteit die wordt waargenomen bij enkele kleine zoogdieren en vogels. Het wordt over het al...
Te
TerrestrischeViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Po
PolygynandriePo
Polygame dierenPolygamie is een huwelijksvorm waarbij één persoon tegelijkertijd gehuwd is met twee of meer personen.
So
Solitaire dierenGe
Geen migrantL
begint metP. ingrami is het kleinste levende buideldier. Hij heeft een platte, driehoekige kop, grote, naakte, doorschijnende oren en een dunne staart. De bovenkant van het lichaam is grijsbruin, de onderkant geelbruin, de wangen en de keel wit. De kop-romplengte bedraagt 55 tot 65 mm, de staartlengte 45 tot 60 mm en het gewicht 4 tot 6 g.
De soort komt voor in gras- en struiklandschappen in Noord-Australië van de Kimberley (West-Australië) tot Townsville (Queensland).
De platkopbuidelmuis is een beweeglijke, 's nachts actieve vleeseter. Dit diertje maakt jacht op ongewervelden en kleine gewervelden op de bodem. In het Noordelijk Territorium worden van februari tot april nesten van vier tot zes jongen geboren, in Queensland worden het hele jaar door (maar vooral van december tot maart) nesten van vier tot twaalf jongen geboren. De jongen worden tot ze zes weken oud zijn in de goed ontwikkelde buidel gedragen en daarna in een verborgen nest achter gelaten. Na twaalf weken zijn ze onafhankelijk.