De kortstaartspitsmuis (Blarina brevicauda) is een zoogdier uit de familie van de spitsmuizen (Soricidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Say in 1823.
Na
NachtelijkDa
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Een insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Vermivoor is een zoölogische term voor dieren die wormen eten. Dieren met een dergelijk voedingspatroon staan bekend als vermivoor. Sommige defini...
Te
TerrestrischeAl
Altrische dierenHo
Holbewonende dierenEen graafgang is een holte of een tunnel die een dier in de grond heeft gegraven als tijdelijk verblijf, als schuilplaats of als bijproduct van ond...
Te
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Viviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Ov
Over het algemeen solitaire dierenSo
Solitaire dierenGe
Geen migrantN
begint metDeze soort heeft een pover gezichtsvermogen, maar een prima ontwikkelde geur- en tastzin. De ogen liggen verborgen in de vacht. De kleur van de vacht is grijszwart. De lichaamslengte bedraagt 12 tot 14 cm, de staartlengte 3 cm en het gewicht 20 gram.
Deze soort komt algemeen voor in zuidelijk Canada en het noordoosten van de VS.
Deze soort bewoont gematigde bossen, bosachtige terreinen, maar ook naaldbossen en open habitats.
Zijn voedsel bestaat vooral uit ongewervelde bodemdiertjes, maar ook muizen, wat ongebruikelijk is voor spitsmuizen, maar ook plantaardig voedsel staat op zijn menu. Zijn beet is giftig door toxisch speeksel. Hij rust en eet doorgaans onder de grond op een diepte van 10 tot 50 cm, in oude gangen van mollen en woelmuizen, waar ook de voedselvoorraden worden aangelegd als reserve voor de winter.