De witstaartgnoe (Connochaetes gnou) is een gnoe die inheems is in het zuiden van Afrika.
Da
DagdierenPl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Fo
FolivoorEen folivoor is een dier dat zich vrijwel uitsluitend met bladeren voedt. Folivoren zijn specialisten binnen de groep herbivoren. Folivore dieren v...
Te
TerrestrischeCu
Cursoriale dierenPr
Precociale dierenGr
Grazende dierenGrazen is het eten van plantaardig voedsel door dieren. Grazen is een vorm van foerageren.Het bekendste voorbeeld van grazen is dat van zoogdieren ...
Le
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Een territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Po
PolygynieSo
Sociale dierenKu
KuddedierenEen kudde is een groep gemeenschappelijk levende zoogdieren. Een kudde biedt de dieren bescherming. Terwijl een aantal dieren rustig aan het grazen...
Do
Dominantie hiërarchieMi
MigrerendB
begint metLa
Langstaartige dierenDe witstaartgnoe heeft een schofthoogte van circa 120 cm. Kenmerkend voor de soort is de witte staart en de zware hoorns. De hoornlengte is 75 cm en het gewicht van een volwassen individu is ongeveer 150 kg.
De witstaartgnoe leeft voornamelijk op met gras begroeide savannen. De soort is inheems in Zuid-Afrika en is geherintroduceerd in Swaziland en Lesotho. In het natuurlijke verspreidingsgebied werden de aantallen door het IUCN geschat op meer dan 11.000 exemplaren in 2008. Daarnaast komt de soort ook buiten het natuurlijk verspreidingsgebied voor in Namibië, waar deze in privéreservaten worden gehouden. De aantallen werden eveneens in 2008 op circa 7.000 exemplaren geschat. Momenteel komt circa 80% van de wilde exemplaren voor op private gronden en 20% in natuurreservaten.
De witstaartgnoe werd bijna geheel uitgeroeid door de jacht, ziektes en het verdwijnen van zijn leefgebied. Aan het eind van de 19e eeuw kwam de soort nog slechts voor in twee privégebieden in de Vrijstaat. Sindsdien is er een fokprogramma opgestart door boeren en natuurbeschermingsorganisaties. Nadat de aantallen weer stegen is de soort opnieuw uitgezet op privégebieden en natuurreservaten. Dankzij het gerichte fokprogramma is de populatie gestegen van 150 in 1982 naar meer dan 7.000 in 1992. De witstaartgnoe is iets kleiner dan de gelijkende blauwe gnoe (Connochaetes taurinus). Hybridisering tussen de twee soorten is mogelijk en dit vormt heden ten dage de grootste bedreiging voor de witstaartgnoe.