Bothriechis nubestris
Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Onderorde
Familie
Soort
SOORTEN
Bothriechis nubestris

Bothriechis nubestris is een slang uit de familie adders (Viperidae) en de onderfamilie groefkopadders (Crotalinae).

Oorsprong van de dierlijke naam

De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst voorgesteld door Tiffany M. Doan, Andrew J. Mason, Todd A. Castoe, Mahmood Sasa en Christopher L. Parkinson in 2016. De soortaanduiding nubestris betekent "behorend tot de wolken/nevelen" en verwijst naar het leefgebied van de slang.

Uiterlijk

Bothriechis nubestris is een middelgrote, slanke groefkopadder. De lichaamslengte bedraagt circa 78 centimeter en de grijpstaart is ongeveer 13 cm lang. De slang heeft 21 rijen schubben in de lengte op het midden van het lichaam en 150 tot 160 schubben aan de buikzijde. Onder de staart zijn 52 tot 64 staartschubben aanwezig. Deze slang heeft groene lichaamskleur aan de bovenzijde met zwarte vlekken. Gepunte supraoculaire schubben ('wenkbrauwen') ontbreken, in tegenstelling tot bij verwante soorten zoals Schlegels grijpstaartslang.

Verdeling

Geografie

Bothriechis nubestris komt voor in nevelwouden van 2400 tot 3000 meter hoogte in de Cordillera de Talamanca in de Costa Ricaanse provincies San José Cartago en Limón. Bothriechis nubestris is een boombewonende slang.

Referenties

1. Bothriechis nubestris artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Bothriechis_nubestris

Meer fascinerende dieren om over te leren