Soort

Ringnekslang

4 soorten

De ringnekslang (Diadophis punctatus) is een middelgrote slang uit de familie toornslangachtigen (Colubridae) en de onderfamilie Dipsadinae.

De lichaamskleur is donkergrijs tot zwart. De meeste exemplaren hebben een opvallende, donker omzoomde gele tot oranje halsband achter de kop. Aan dit onderscheidende kenmerk is de Nederlandstalige naam te danken. De vorm en de kleur van deze band verschillen enigszins per ondersoort. Een andere karakteristiek is het patroon van de zwarte vlekjes op de buikschubben of het ontbreken ervan. Ook de lichaamskleur is kenmerkend: de bovenzijde is grijs en de buik is geel tot oranje. De onderzijde van de staart is vaak felrood. Een volwassen ringnekslang is klein tot middelgroot met een lichaamslengte van ongeveer 20 tot 75 centimeter, afhankelijk van de ondersoort.

Het verspreidingsgebied bestaat uit delen van Noord-Amerika; Canada, Verenigde Staten en Mexico. De habitat bestaat uit vochtige gebieden tot drogere streken in de nabijheid van oppervlaktewater. De ringnekslang is een bodembewonende soort die nachtactief is. Overdag en gedurende delen van de zomer laat de slang zich zelden zien. Hij jaagt op hagedissen, amfibieën en ongewervelden; ook andere slangen worden gegeten.

De slang is niet in staat om grotere zoogdieren te bijten. De ringnekslang vertoont een passieve vorm van verdediging door de felle lichaamskleuren te tonen en kan beschouwd worden als volkomen ongevaarlijk voor de mens.

laat minder zien

De ringnekslang (Diadophis punctatus) is een middelgrote slang uit de familie toornslangachtigen (Colubridae) en de onderfamilie Dipsadinae.

De lichaamskleur is donkergrijs tot zwart. De meeste exemplaren hebben een opvallende, donker omzoomde gele tot oranje halsband achter de kop. Aan dit onderscheidende kenmerk is de Nederlandstalige naam te danken. De vorm en de kleur van deze band verschillen enigszins per ondersoort. Een andere karakteristiek is het patroon van de zwarte vlekjes op de buikschubben of het ontbreken ervan. Ook de lichaamskleur is kenmerkend: de bovenzijde is grijs en de buik is geel tot oranje. De onderzijde van de staart is vaak felrood. Een volwassen ringnekslang is klein tot middelgroot met een lichaamslengte van ongeveer 20 tot 75 centimeter, afhankelijk van de ondersoort.

Het verspreidingsgebied bestaat uit delen van Noord-Amerika; Canada, Verenigde Staten en Mexico. De habitat bestaat uit vochtige gebieden tot drogere streken in de nabijheid van oppervlaktewater. De ringnekslang is een bodembewonende soort die nachtactief is. Overdag en gedurende delen van de zomer laat de slang zich zelden zien. Hij jaagt op hagedissen, amfibieën en ongewervelden; ook andere slangen worden gegeten.

De slang is niet in staat om grotere zoogdieren te bijten. De ringnekslang vertoont een passieve vorm van verdediging door de felle lichaamskleuren te tonen en kan beschouwd worden als volkomen ongevaarlijk voor de mens.

laat minder zien