Familie

Albatrossen

23 soorten

Albatrossen (Diomedeidae) zijn een familie van grote zeevogels met lange vleugels die vrijwel hun hele leven doorbrengen boven zee. Ze komen wijdverspreid voor in de Zuidelijke Oceaan en de noordelijke Grote Oceaan, ze zijn afwezig in de noordelijke Atlantische Oceaan. Te land zijn zij vrij onbeholpen en zij komen daar alleen om te nestelen, veelal op afgelegen eilanden. De familie telt 21 soorten.

Albatrossen behoren tot de grootste vliegende vogels en de grote albatrossen van het geslacht Diomedea hebben de grootste spanwijdte van alle nu levende vogels. De albatrossen worden algemeen geordend in vier geslachten, maar over het precieze aantal soorten verschillen de opvattingen onder biologen.

Albatrossen hebben lange vleugels in verhouding tot hun lichaamsgrootte en hun wervels en bovenste vleugelbeenderen zijn hol maar sterk. Hiermee kunnen ze op efficiënte wijze lange afstanden afleggen door al zwevende gebruik te maken van opstijgende luchtstromen en dit af te wisselen met lange glijvluchten. Albatrossen broeden in kolonies, die voor het grootste deel te vinden zijn op afgelegen eilanden in de oceaan. Een kolonie kan uit verschillende soorten bestaan.

Hun voedsel bestaat voornamelijk uit vis, inktvis, en krill. Ze eten aas, duiken naar prooi of grijpen hun prooi van het wateroppervlak.

Van de 21 soorten albatrossen die erkend worden door de IUCN zijn er 19 met uitsterven bedreigd. Langelijnvisserij vormt de grootste bedreiging, omdat de vogels worden aangetrokken door het aas, aan de lijn worden gehaakt en vervolgens verdrinken. Overheden, natuurbeschermingsorganisaties en mensen binnen de visserij proberen deze bijvangst te verminderen.

laat minder zien

Albatrossen (Diomedeidae) zijn een familie van grote zeevogels met lange vleugels die vrijwel hun hele leven doorbrengen boven zee. Ze komen wijdverspreid voor in de Zuidelijke Oceaan en de noordelijke Grote Oceaan, ze zijn afwezig in de noordelijke Atlantische Oceaan. Te land zijn zij vrij onbeholpen en zij komen daar alleen om te nestelen, veelal op afgelegen eilanden. De familie telt 21 soorten.

Albatrossen behoren tot de grootste vliegende vogels en de grote albatrossen van het geslacht Diomedea hebben de grootste spanwijdte van alle nu levende vogels. De albatrossen worden algemeen geordend in vier geslachten, maar over het precieze aantal soorten verschillen de opvattingen onder biologen.

Albatrossen hebben lange vleugels in verhouding tot hun lichaamsgrootte en hun wervels en bovenste vleugelbeenderen zijn hol maar sterk. Hiermee kunnen ze op efficiënte wijze lange afstanden afleggen door al zwevende gebruik te maken van opstijgende luchtstromen en dit af te wisselen met lange glijvluchten. Albatrossen broeden in kolonies, die voor het grootste deel te vinden zijn op afgelegen eilanden in de oceaan. Een kolonie kan uit verschillende soorten bestaan.

Hun voedsel bestaat voornamelijk uit vis, inktvis, en krill. Ze eten aas, duiken naar prooi of grijpen hun prooi van het wateroppervlak.

Van de 21 soorten albatrossen die erkend worden door de IUCN zijn er 19 met uitsterven bedreigd. Langelijnvisserij vormt de grootste bedreiging, omdat de vogels worden aangetrokken door het aas, aan de lijn worden gehaakt en vervolgens verdrinken. Overheden, natuurbeschermingsorganisaties en mensen binnen de visserij proberen deze bijvangst te verminderen.

laat minder zien