Land

Egypte (land)

1257 soorten

Egypte, officieel de Arabische Republiek Egypte, is een semipresidentiële republiek gelegen in het noordoosten van Afrika en het zuidwesten van Azië.

Geografie

Met een oppervlakte van 1.002.000 km² is Egypte het dertigste land ter wereld naar oppervlakte. Het is vier keer groter dan Groot-Brittannië en twee keer zo groot als Frankrijk. Het grenst in het noorden aan de Middellandse Zee (kustlijn 995 km), in het oosten aan de Gazastrook, Israël en de Rode Zee (1941 km), in het zuiden aan Soedan (1280 km) en in het westen aan Libië (1115 km). In het oosten van Egypte ligt het Sinaïschiereiland dat behoort tot het Aziatische continent, terwijl de rest van Egypte geografisch gezien in Noord Afrika ligt.

Dieren

In het Sinaïgebergte komen steenbokken zeldzaam voor. In de westelijke woestijngebieden komen allerlei insecten voor, zoals mieren, torren, vliegen en vlooien. Maar er leven ook grotere (zoog)dieren, waaronder gazellen, oryxen, hyena's, jakhalzen, woestijnvossen, mangoesten, schorpioenen en verschillende soorten slangen. Tot de bekendste giftige slangen behoren de cobra en de adder. Woestijnvossen slapen overdag en verlaten hun holen alleen ’s nachts. Dankzij hun uitstekende gehoor kunnen ze in het donker insecten en kleine zoogdieren vangen. In de hele woestijn treft men roofvogels aan, zoals de Egyptische gier en verschillende valkensoorten.

De ibis, geassocieerd met de god Thot, en veelvuldig afgebeeld op kunstwerken, verdween al in de 19e eeuw uit Egypte. Grote zoogdieren als leeuwen, olifanten, giraffen en nijlpaarden (voor het laatste gezien in Aswan, 1816) komen al honderden tot duizenden jaren niet meer voor in Egypte. Nijlkrokodillen komen alleen nog maar voor in het Nassermeer. Op de Nijl is dit reptiel uitgestorven. Nijlvaranen zijn bijna uitgestorven. Van het Arabische luipaard wordt aangenomen dat het in Egypte uitgestorven is.

Klimaat

Egypte heeft een woestijnklimaat volgens de klimaatclassificatie van Köppen BWh, behalve een voor smalle strook aan de Middellandse Zeekust waar een mediterraan klimaat heerst. Het weer is erg standvastig; er zijn twee duidelijk te onderscheiden seizoenen: de hete zomer van mei tot oktober en de koelere winter van november tot april. In de woestijn overschrijdt de temperatuur in de zomer overdag gemakkelijk de 38 °C in de schaduw, met uitlopers tot 50 °C. Deze hitte ontsnapt 's nachts in de wolkeloze hemel, waarbij de temperatuur met 10 à 17 °C daalt. De temperatuur in de winter ligt aanzienlijk lager: het gemiddelde in januari is 12 à 16 °C.

De berggebieden in de Sinaï kunnen in december en januari vrij koud zijn, en in de bergen valt bijna iedere winter sneeuw. De neerslag is zeer gering. Caïro heeft gemiddeld zes regendagen per jaar, Alexandrië dertig. In het zuiden van het land regent het bijna nooit. In de lente trekken nu en dan depressies over Egypte, die de khamseen (de Egyptische naam voor de sirocco), een droge verzengende wind bekend door zijn zandstormen, met zich meebrengen. Vijftig dagen lang (khamseen = 50), van maart tot in mei, kunnen de gevaarlijke zandstormen de kop opsteken (windsnelheden tot 150 km pr uur).

In tegenstelling tot het binnenland kent de Middellandse Zeekust regenval in de winter (100 à 200 mm). De kust heeft bovendien zachtere winters en lagere zomertemperaturen dan het binnenland, door het matigende effect van de Middellandse Zee. Ook de temperatuurverschillen tussen dag en nacht zijn lang niet zo groot. Alexandrië is de koelste plaats van het land. De gemiddelde temperaturen in januari schommelen tussen de 10,5 en 18 °C, in juli tussen de 23 en 29 °C. Alexandrië en de westelijke kuststrook van de Delta gelden met meer dan honderd millimeter regen per jaar ook als het natste gebied van Egypte.

laat minder zien

Egypte, officieel de Arabische Republiek Egypte, is een semipresidentiële republiek gelegen in het noordoosten van Afrika en het zuidwesten van Azië.

Geografie

Met een oppervlakte van 1.002.000 km² is Egypte het dertigste land ter wereld naar oppervlakte. Het is vier keer groter dan Groot-Brittannië en twee keer zo groot als Frankrijk. Het grenst in het noorden aan de Middellandse Zee (kustlijn 995 km), in het oosten aan de Gazastrook, Israël en de Rode Zee (1941 km), in het zuiden aan Soedan (1280 km) en in het westen aan Libië (1115 km). In het oosten van Egypte ligt het Sinaïschiereiland dat behoort tot het Aziatische continent, terwijl de rest van Egypte geografisch gezien in Noord Afrika ligt.

Dieren

In het Sinaïgebergte komen steenbokken zeldzaam voor. In de westelijke woestijngebieden komen allerlei insecten voor, zoals mieren, torren, vliegen en vlooien. Maar er leven ook grotere (zoog)dieren, waaronder gazellen, oryxen, hyena's, jakhalzen, woestijnvossen, mangoesten, schorpioenen en verschillende soorten slangen. Tot de bekendste giftige slangen behoren de cobra en de adder. Woestijnvossen slapen overdag en verlaten hun holen alleen ’s nachts. Dankzij hun uitstekende gehoor kunnen ze in het donker insecten en kleine zoogdieren vangen. In de hele woestijn treft men roofvogels aan, zoals de Egyptische gier en verschillende valkensoorten.

De ibis, geassocieerd met de god Thot, en veelvuldig afgebeeld op kunstwerken, verdween al in de 19e eeuw uit Egypte. Grote zoogdieren als leeuwen, olifanten, giraffen en nijlpaarden (voor het laatste gezien in Aswan, 1816) komen al honderden tot duizenden jaren niet meer voor in Egypte. Nijlkrokodillen komen alleen nog maar voor in het Nassermeer. Op de Nijl is dit reptiel uitgestorven. Nijlvaranen zijn bijna uitgestorven. Van het Arabische luipaard wordt aangenomen dat het in Egypte uitgestorven is.

Klimaat

Egypte heeft een woestijnklimaat volgens de klimaatclassificatie van Köppen BWh, behalve een voor smalle strook aan de Middellandse Zeekust waar een mediterraan klimaat heerst. Het weer is erg standvastig; er zijn twee duidelijk te onderscheiden seizoenen: de hete zomer van mei tot oktober en de koelere winter van november tot april. In de woestijn overschrijdt de temperatuur in de zomer overdag gemakkelijk de 38 °C in de schaduw, met uitlopers tot 50 °C. Deze hitte ontsnapt 's nachts in de wolkeloze hemel, waarbij de temperatuur met 10 à 17 °C daalt. De temperatuur in de winter ligt aanzienlijk lager: het gemiddelde in januari is 12 à 16 °C.

De berggebieden in de Sinaï kunnen in december en januari vrij koud zijn, en in de bergen valt bijna iedere winter sneeuw. De neerslag is zeer gering. Caïro heeft gemiddeld zes regendagen per jaar, Alexandrië dertig. In het zuiden van het land regent het bijna nooit. In de lente trekken nu en dan depressies over Egypte, die de khamseen (de Egyptische naam voor de sirocco), een droge verzengende wind bekend door zijn zandstormen, met zich meebrengen. Vijftig dagen lang (khamseen = 50), van maart tot in mei, kunnen de gevaarlijke zandstormen de kop opsteken (windsnelheden tot 150 km pr uur).

In tegenstelling tot het binnenland kent de Middellandse Zeekust regenval in de winter (100 à 200 mm). De kust heeft bovendien zachtere winters en lagere zomertemperaturen dan het binnenland, door het matigende effect van de Middellandse Zee. Ook de temperatuurverschillen tussen dag en nacht zijn lang niet zo groot. Alexandrië is de koelste plaats van het land. De gemiddelde temperaturen in januari schommelen tussen de 10,5 en 18 °C, in juli tussen de 23 en 29 °C. Alexandrië en de westelijke kuststrook van de Delta gelden met meer dan honderd millimeter regen per jaar ook als het natste gebied van Egypte.

laat minder zien