De emoe (Dromaius novaehollandiae) is een vogel uit het (monotypische) geslacht Dromaius en de familie Casuariidae (Kasuarissen en emoes). Deze loopvogel is na de struisvogel de grootste nog levende vogelsoort en de grootste van Australië. De vogel bewoont de meeste gebieden van het continent, behalve gebieden die dichtbevolkt zijn, dicht bebost zijn of bedekt zijn door woestijn.
Da
DagdierenAl
Allesetende dierenVl
Vleesetende dierenCo
CoprofaagFr
FrugivoorGr
GranivoorPl
Plantenetende dierenIn
InsectenetersLi
LignivoorTe
TerrestrischeLo
LoopvogelsPr
Precociale dierenCu
Cursoriale dierenZo
ZoochoryEi
Eiland endemischNo
NomadischEi
EierleggendPo
PolyandrieOv
Over het algemeen solitaire dierenSa
SamenscholendeSo
Sociale dierenE
begint metDe vogel is 1,50 tot 2 meter hoog en weegt tot 60 kg. Het mannetje is gewoonlijk wat kleiner.
Emoes zijn nomadische vogels. Zij trekken de regen achterna op zoek naar zaden, bloemen, fruit, knoppen, scheuten, insecten en rupsen. Emoes kunnen grote afstanden afleggen in een snelle economische draf, maar indien nodig kunnen ze voor korte tijd 50 km/h halen.
Emoes leven meestal alleen. Ze komen soms wel in hele troepen tezamen maar dat is meer omdat het voorradige voedsel ze bijeen brengt.
De vogel paart in hartje zomer en broedt in de koelere maanden. Ze houden er een territorium op na dat zo'n 30 km² kan bedragen. Als de dagen beginnen te korten ondergaat het mannetje hormonale veranderingen, verliest zijn eetlust en begint een ruw nest te bouwen van boombast, takjes, gras en bladeren. Ruwweg om de andere dag legt het wijfje een groot, dikschalig groen ei dat wel een halve kilo kan wegen. Na een ei of zeven wordt het mannetje broeds en de volgende acht weken eet noch drinkt noch ontlast hij zich. Hij staat alleen zo'n tien keer per dag op om de eieren te draaien. Als de eieren uitkomen is hij een derde van zijn gewicht kwijt. Het wijfje is er dan allang met andere mannetjes vandoor.
Ondanks alle vaderlijke zorgen slagen vooral varanen er vaak nog in eieren te stelen, maar gemiddeld halen zo'n vier van de zeven kuikens het tot de volwassenheid. De kuikens zijn nestvlieders, ze zijn zo'n 25 cm hoog, zijn bruin gestreept en vader leidt ze nog een half jaar rond om ze te beschermen en te leren hoe te overleven. Hij pikt daarbij vaak ook adoptiekinderen op. De kuikens groeien snel, tot een kilo per week en na ruim een jaar zijn ze volwassen. In het wild leven emoes zo'n jaar of tien, maar in gevangenschap kunnen ze meer dan het dubbele daarvan bereiken.