Goudvink
Koninkrijk
Fylum
Klasse
Volgorde
Familie
Onderfamilie
Soort
SOORTEN
Pyrrhula pyrrhula
Grootte van de populatie
35-70 Mlnlnn
Levensduur
2-5 years
Gewicht
23
1
goz
g oz 
Lengte
15-17
5.9-6.7
cminch
cm inch 
spanwijdte
25
10
cminch
cm inch 

De goudvink (Pyrrhula pyrrhula) is een zangvogel uit de familie van de vinkachtigen (Fringillidae) en komt voor in Europa en de gematigde delen van Azië. Het is een gedrongen vogel met een opvallend verenkleed. Het mannetje is van het vrouwtje te onderscheiden aan zijn felgekleurde rozerode onderzijde. Deze is bij het vrouwtje aanzienlijk valer gekleurd. De vogels vormen gewoonlijk in de herfst al broedkoppels en blijven dan tot het einde van de broedperiode bij elkaar.

Uiterlijk

De goudvink is een gedrongen vinkensoort. Een volwassen vogel heeft een lichaamslengte van 14 à 15 centimeter en een vleugelspanwijdte van 22 tot 29 centimeter. De noordse goudvink (P. p. puyrrhula) is een ondersoort die met een maximale lichaamslengte van 17,5 centimeter aanzienlijk groter is.

Laat meer zien

De goudvink heeft een relatief grote kop en geen duidelijk te onderscheiden nek. De bovenrand van de korte zwarte snavel loopt in één lijn met het voorhoofd. De goudvink heeft korte afgeronde vleugels en een rechthoekige staart.

De kopkap en kin van de goudvink zijn zwart gekleurd, net als de staart en de handpennen. De vogel heeft witte vleugelbanden en een witte stuit en anusstreek. Het grootste deel van het verenkleed verschilt echter bij het mannetje en het vrouwtje. Het mannetje heeft een blauwgrijze mantel en schouderpartij en een rozerode onderzijde. Bij het vrouwtje zijn de mantel en schouders bruingrijs en is het achterhoofd grijzer gekleurd. De onderzijde is aanzienlijk valer gekleurd en heeft slechts een roze zweem. Bij de noordse goudvink zijn bij het mannetje de blauwgrijze delen lichter grijs en de onderdelen helderder roze. Het vrouwtje van deze ondersoort heeft grijzere bovendelen.

Het verenkleed van de juveniel lijkt voor het grootste deel op dat van het vrouwtje. Hij mist echter de zwarte kopkap en kin; de kop heeft dezelfde kleur als de vaalroze onderzijde.

De goudvink ruit tussen juli en oktober. In tegenstelling tot de meeste andere vinken kent het mannetje geen duidelijk te onderscheiden zomer- en winterkleed.

Laat minder zien

Verdeling

Geografie

De goudvink is in een groot deel van zijn omvangrijk verspreidingsgebied een talrijke broedvogel. De soort staat daarom als 'Niet Bedreigd' (LC of Least Concern) geklasseerd op de Rode Lijst van de IUCN.

Laat meer zien

te deel van dit gebied een standvogel, maar veel noordelijke populaties migreren 's winters naar het zuiden. In Europa ontbreekt de goudvink in het zuiden van het Iberisch Schiereiland, Zuid-Italië, Zuid-Griekenland en delen van Scandinavië.

De goudvink is in een groot deel van zijn omvangrijk verspreidingsgebied een talrijke broedvogel. De soort staat daarom als 'Niet Bedreigd' (LC of Least Concern) geklasseerd op de Rode Lijst van de IUCN.

Habitat

De goudvink broedt in gemengde bossen en parken, mits er genoeg coniferen zijn. Gedurende de rest van het jaar komt hij voor in allerlei typen habitats met dichte ondergroei, zoals struiken en jonge (naald)bomen.

Laat minder zien
Goudvink leefomgevingskaart
Goudvink leefomgevingskaart
Goudvink
Attribution-ShareAlike License

Gewoonten en leefwijze

De goudvink kan in het veld worden herkend aan zijn typische verenkleed en zijn golvende vlucht. Het is geen schuwe vogel. Door het imiteren van zijn roep kan hij vaak dichterbij worden gelokt.

Laat meer zien

Anders dan de meeste vinken vormen goudvinken geen grote groepen buiten het broedseizoen. Gewoonlijk bevindt de goudvink zich in gezelschap van de partner of familieleden. In de winter zwerven goudvinken rond op zoek naar voedsel en foerageren zij regelmatig met andere vogels.

Laat minder zien
Seizoensgebonden gedrag
De roep van een vogel

Dieet en voeding

Een volwassen goudvink voedt zich vrijwel uitsluitend met plantaardig voedsel. Hij heeft net als de haakbek (Pinicola enucleator) een afgeronde snavel, geschikt voor knoppen en bessen. De eetgewoonten van deze twee vogels komen dan ook overeen, al voedt de goudvink zich doorgaans met kleiner voedsel. Hij lijkt een voorkeur te hebben voor knoppen van pruimenbomen en esdoorns en de zaden van esdoorn en brandnetels. In het najaar eet de goudvink vooral veel bessen, zoals lijsterbessen en bramen.

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

Meestal vormen goudvinken reeds in de herfst broedkoppel. Ze blijven de gehele winter bij elkaar en zoeken vanaf maart een geschikte nestplaats.

Laat meer zien

Het platte nest wordt gebouwd in een boom of struik, vaak op een hoogte van ongeveer twee meter. De buitenzijde bestaat uit kleine takken en eventueel mos. De binnenzijde wordt gevoerd met fijn materiaal, zoals vachtharen en (dons)veren.

De broedperiode loopt van april tot juli, waarin doorgaans twee broedsels worden grootgebracht. Een legsel bestaat meestal uit vier à vijf eieren, soms zes en zelden zeven. Ze zijn lichtblauw met donkere stippen en meten gemiddeld negentien bij veertien millimeter.

De eieren worden in twaalf tot veertien dagen door het vrouwtje uitgebroed. Het mannetje zorgt in deze periode voor voedsel. De jongen worden door beide ouders gevoerd met plantaardig voedsel en insecten. Na twaalf tot zestien dagen vliegen ze uit. Tussen de 20e en 24e dag na het uitkomen beginnen zij zelf voedsel te zoeken en na 35 dagen zijn ze zelfstandig.

Laat minder zien

Populatie

Bevolkingsnummer

In België en Nederland is de ondersoort Pyrrhula pyrrhula europoea een vrij algemene standvogel. In de maanden februari tot april en september tot oktober komt hij hier bovendien als doortrekker voor. De Noordse goudvink (P. P. pyrrhula) komt er in oktober tot maart voor als onregelmatige wintergast en doortrekker.In de periode 1979 tot en met 1985 waren er in zeven jaar tijd ongeveer 17.500 broedparen geteld in Nederland. In de daaropvolgende periode breidde de goudvink zijn areaal hier gedeeltelijk uit, zoals in gemengde bossen in Flevoland. In andere Nederlandse gebieden was er echter een sterke achteruitgang. Van 1990 tot 2016 steeg volgens SOVON het totale aantal broedparen jaarlijks met vijf procent. Rond 2007 broedden er ongeveer 8000 paar in Nederland.

Laat meer zien

In Vlaanderen gaat het minder goed met de goudvink. De soort staat op de Vlaamse Rode Lijst als 'Bedreigd'.

Laat minder zien

Referenties

1. Goudvink artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Goudvink
2. Goudvink op de IUCN Rode Lijst-site - https://www.iucnredlist.org/species/22720671/132141969
3. Xeno-canto vogelgeluid - https://xeno-canto.org/707664

Meer fascinerende dieren om over te leren