Otter, Europese otter, Visotter
De otter (Lutra lutra), ook Europese otter of visotter genoemd, is een marterachtige. De otter heeft zwempoten en een donkere, dichte, bruine vacht. De wetenschappelijke naam van de soort werd als Mustela lutra in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus in Systema naturae. De otter heeft het grootste verspreidingsgebied van de otters (Lutrinae) en komt voor in een groot gedeelte van Europa en Azië.
Na
NachtelijkCr
CrepusculairEen schemeractief dier of crepusculair dier is een dier dat in de schemering actief zijn, maar niet 's nachts. In feite zijn zelfs veel dieren die ...
Vl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Vi
VisetersPiscivoor betekent visetend, en is een term in de biologie die gebruikt wordt voor carnivore dieren die vrijwel uitsluitend leven van vissen. Het g...
Se
Semiaquatische dierenAl
Altrische dierenLe
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Ho
Holbewonende dierenEen graafgang is een holte of een tunnel die een dier in de grond heeft gegraven als tijdelijk verblijf, als schuilplaats of als bijproduct van ond...
Te
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Ro
RoofdierenPredatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier. Predatoren worden ook natuurlijke ...
So
Solitaire dierenGe
Geen migrantE
begint metEen volwassen otter is 80 tot 140 centimeter lang, inclusief de staart van 30 tot 50 centimeter lengte. Het gewicht varieert tussen de 5 en 12 kilo en de schouderhoogte is gemiddeld 30 centimeter. Vrouwtjes zijn meestal kleiner dan mannetjes. Mannetjes hebben een kop-romplengte van 60 tot 90 centimeter, een staartlengte van 36 tot 47 centimeter en een lichaamsgewicht van 6 tot 17 kilogram. Vrouwtjes hebben een kop-romplengte van 60 tot 70 centimeter, een staartlengte van 35 tot 42 centimeter en een gewicht van 6 tot 12 kilogram.
Met zijn gestroomlijnde lichaam is het dier goed aangepast aan het leven in het water. De ogen en de kleine afsluitbare oren en neusgaten liggen op één lijn boven op de platte kop, waardoor ze boven water blijven als het dier aan het wateroppervlak zwemt. De otter heeft zwemvliezen tussen de tenen van alle vier de korte krachtige poten. De lange, ovaalronde staart doet dienst als stabilisator en roer tijdens het zwemmen. De snuit is breed.
De vacht, die aan de buikzijde veelal lichter van kleur is, bestaat uit een waterdichte buitenste laag van dekharen en een luchthoudende binnenste laag van dicht opeengeplante donsharen, die onder water droog blijft. De dekharen drogen vrij snel, en hechten uit het water aan elkaar.
Voor de otter, die nauwelijks over onderhuids vetweefsel beschikt, is deze waterdichtheid van groot belang om in het water op temperatuur te blijven. Een optimale conditie van de vacht voorkomt onderkoeling tijdens het jagen onder water.
De otter leeft vooral in zoetwatergebieden met voldoende bedekking, als rivieren, meren, kanalen, beken en moerassen. Ook aan de kust komt hij voor, voornamelijk rotskusten en estuaria. In bergen komt hij voor tot op 4210 meter hoogte in Tibet.
a en Klein-Azië tot Siberië, Japan, Sri Lanka en Indonesië) en in Noordwest-Afrika van Marokko tot Tunesië.
De otter leeft vooral in zoetwatergebieden met voldoende bedekking, als rivieren, meren, kanalen, beken en moerassen. Ook aan de kust komt hij voor, voornamelijk rotskusten en estuaria. In bergen komt hij voor tot op 4210 meter hoogte in Tibet.
Al sinds de middeleeuwen werd er veel op otters gejaagd. Sommige grote populaties wisten stand te houden, andere kleinere populaties stierven uit. Destijds was de otterjacht vooral bedoeld voor de rijken. Rond 1900 werd de jacht echter massaal. Vooral vissers zagen hem als een grote concurrent. En ondanks het feit dat een otter maar vier of vijf vissen per dag nodig heeft, geloofde men dat ze hele vijvers en waterlopen zouden leegvangen. In het Verenigd Koninkrijk werd de jacht meestal met meutes van zo'n twintig honden gehouden, in Nederland waren slechts een paar honden al voldoende. In Vlaanderen werden tot de jaren 60 premies uitgereikt voor elk dood dier. In een bepaalde periode werden er in Vlaanderen driehonderd premies uitgereikt. Mogelijk is elke otterfamilie in Vlaanderen toen getroffen geweest. Met de daaropvolgende watervervuiling slonk hun aantal zienderogen.
Door vervuiling, habitatvernietiging, verstoring, verkeer, visnetten en jacht liep het aantal otters in West-Europa achteruit en was de soort zelfs in enkele landen uitgestorven, zoals in Nederland en Zwitserland. Tegenwoordig is de soort weer in opkomst.
Door de moeilijkere leefomstandigheden, zoals het oprukken van de mens, met zijn jacht en auto's, kreeg de otter het erg moeilijk in Nederland. De leefomstandigheden leidden tot uitsterving van de otter in 1988. In 1989 werd er een otter doodgereden in Friesland; het laatste exemplaar dat in Nederland werd waargenomen. Met deze otter werd de soort datzelfde jaar nog definitief uitgestorven verklaard in Nederland. Er werden vanaf dat moment plannen gemaakt om Nederland weer leefbaar te maken voor otters. Otters komen alleen voor in visrijke wateren met voldoende schoon en helder water. Ze hebben als territorium 8 tot 12 kilometer ongestoorde natuurlijke oevers nodig.
De otter kwam op de Nederlandse Rode lijst en er werden allerlei aanpassingen aan zijn vroegere leefgebied gemaakt om het weer geschikt en veilig te maken voor de soort. In 2002 zijn in de gebieden De Wieden en Nationaal Park de Weerribben (Overijssel) otters uitgezet om de soort opnieuw in het gebied te introduceren.
Otters kunnen zeven tot acht uur achter elkaar zwemmen, met een gemiddelde snelheid van 1,5 tot 2 kilometer per uur. Otters duiken gemiddeld tien tot veertig seconden onder water.
Otters zijn vooral 's nachts actief en leven voornamelijk solitair. Tijdens het foerageren kunnen ze 3 tot 10 kilometer afleggen. Overdag gebruiken ze beschutte plaatsen als rietbedden, ondergrondse holten en holle bomen als rustplaats. Soms is de ingang van een hol onder water gelegen, het slaapgedeelte is dan voorzien van een luchtgat. De bodem van het slaaphol is bedekt met droog plantaardig nestmateriaal. Een dier gebruikt vaak meerdere vaste rustplaatsen en holen binnen zijn woongebied. Het territorium loopt langs oevers.
De otter eet voornamelijk vis, zoals paling, baars, snoek, karper en zalm. Hij heeft een voorkeur voor vissen die kleiner zijn dan 25 cm. Hij eet ook amfibieën, watervogels, woelratten, ratten, rivierkreeften, krabben, wormen en insecten: in feite alles wat hij in het water aantreft.
De voortplanting is afhankelijk van de beschikbaarheid van voedsel. In Zweden, waar 's winters al het water bevroren is, komen de jongen in de lente. Op de Shetlandeilanden worden de jongen in de zomer geboren als er veel vis is.
Dieren van hetzelfde geslacht leven in gescheiden leefgebieden, waarbij het territorium van één man dat van een aantal vrouwtjes overlapt. Hoe groot het leefgebied van een individu is hangt onder meer af van de hoeveelheid beschikbaar voedsel en de dichtheid aan otters.
Otters op het Europese continent krijgen meestal jongen in de lente en zomer, maar in principe kunnen ze het hele jaar door jongen krijgen. De gemiddelde leeftijd waarop vrouwtjes voor het eerst jongen krijgen is 2 jaar. Na een draagtijd van 61 tot 63 dagen worden de jongen geboren. De Europese otter kent geen verlengde draagtijd. De grootte van de worp ligt meestal op 2 à 3 jongen, met een maximum van 5 per worp. In gebieden met een hoge sterfte door het verkeer of jacht ligt de gemiddelde worpgrootte hoger dan in gebieden met een lagere druk op de populatie.
Alleen de moeder zorgt voor de jongen. De jongen worden blind geboren en zijn 15 centimeter lang. Als ze 35 dagen oud zijn, openen ze hun ogen. Als ze drie maanden oud zijn, nemen ze hun eerste duik. De zoogtijd duurt gemiddeld 16 weken. Na tien tot twaalf maanden zijn ze onafhankelijk. De dieren zijn gemiddeld na anderhalf tot twee jaar geslachtsrijp. Otters kunnen in gevangenschap 11 tot 15 jaar oud worden. In het wild worden ze zelden zo oud, gemiddeld slechts 3 tot 4 jaar.