De oostelijke smalbekkikker (Gastrophryne carolinensis) is een pad-achtige kikker uit de familie smalbekkikkers (Microhylidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door John Edwards Holbrook in 1836. Vroeger werden de wetenschappelijke namen Engystoma carolinensis en Microhyla carolinensis gebruikt.
Een insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Formicivoor betekent mierenetend, en slaat op dieren uit verschillende groepen. Er zijn zowel zoogdieren, reptielen, vogels als geleedpotigen die v...
Een planktivoor is een aquatisch organisme dat zich voedt met plankton, waaronder zoöplankton en fytoplankton.
Te
TerrestrischeOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Een graafgang is een holte of een tunnel die een dier in de grond heeft gegraven als tijdelijk verblijf, als schuilplaats of als bijproduct van ond...
G
begint metDe totale lengte blijft meestal onder de vier centimeter en de kikker is zo klein en gecamoufleerd dat hij nauwelijks opvalt, de meeste exemplaren brengen dan ook het hele leven door rond een enkele boomstronk. De kleur is bruin tot grijs met een zeer onregelmatig vlekkenpatroon in een iets lichtere kleur en meestal een grote oranje tot witte vlek aan beide zijden in de flank tot de snuitpunt, de buik is witgrijs tot -bruin.
De oostelijke smalbekkikker komt voor in het zuidoostelijke deel van de Verenigde Staten rond de Golf van Mexico in de staten Georgia, Florida, Tennessee en Texas. De habitat bestaat uit een dikke strooisellaag van bladeren en mos die permanent vochtig is en geschuild wordt onder hagen, stenen en boomwortels. De kikker blijft meestal in de buurt van wateren zoals sloten, poelen en meren met oeverbegroeiing. Het is een bodembewonende soort die meestal half ingegraven op prooien wacht en zich bij gevaar snel dieper in de grond ploegt.
Het voedsel bestaat uit insecten, en voornamelijk mieren die andere dieren juist mijden, maar ook luizen en kleine kevertjes worden gegeten. Omdat het nachtdieren zijn worden deze kikkers pas tijdens de schemering actief.