De geoffroykat (Leopardus geoffroyi) is een wilde katachtige uit de struikgebieden van zuidelijk Zuid-Amerika. Hij is het nauwst verwant aan de nachtkat of kodkod (Leopardus guigna), die aan de andere zijde van de Andes woont. De geoffroykat is genoemd naar de Franse bioloog Étienne Geoffroy Saint-Hilaire (1772-1844).
Na
NachtelijkCr
CrepusculairEen schemeractief dier of crepusculair dier is een dier dat in de schemering actief zijn, maar niet 's nachts. In feite zijn zelfs veel dieren die ...
Da
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Te
TerrestrischeBo
BoombewonendeViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Po
PolygynieSo
Solitaire dierenGe
Geen migrantG
begint metDe geoffroykat heeft een geelbruine tot zilvergrijze vacht. In het noorden is hij geliger van kleur, in het zuiden grijziger. De vacht is getekend met vele onregelmatig verspreide zwarte vlekken en strepen. Ook het gezicht is onregelmatig gestreept. De kat wordt tussen de 42 en de 70 centimeter lang en 2 tot 6 kilogram zwaar. De staart wordt 24 tot 36 centimeter lang.
Deze katachtige komt voor van Bolivia en Zuid-Brazilië tot Patagonië, voornamelijk in Argentinië, Uruguay en Paraguay. De geoffroykat komt in verscheidene habitattypes voor, maar heeft een voorkeur voor afwisselende gebieden in bergachtige streken, als struweel en open bossen. Hij vermijdt open graslanden en dichte loofwouden. Hij kan worden aangetroffen tot op een hoogte van 3300 meter.
De solitaire geoffroykat jaagt voornamelijk 's nachts op kleine knaagdieren, vogeltjes en hagedissen. Hij jaagt voornamelijk op de grond. Het is echter ook een goede klimmer, en hij achtervolgt prooi regelmatig tot in de bomen. Ook bespringt hij vaak vanaf een tak zijn prooi. De geoffroykat is ook niet bang voor water en vangt daar regelmatig dieren als vissen en kikkers. Hij schijnt zelfs regelmatig een bad te houden. De geoffroykat rust meestal op een boomtak.
Het vrouwtje krijgt in de zomer twee tot drie jongen per worp.