Langoorhaasrat
Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Superfamilie
Familie
Soort
SOORTEN
Leporillus conditor
Gewicht
450
16
goz
g oz 
Lengte
26
10
cminch
cm inch 

De langoorhaasrat (Leporillus conditor) is een knaagdier uit het geslacht Leporillus behorend tot de familie van muizen en ratten van de Oude Wereld. Deze soort komt voor in Australië, waar de langoorhaasrat wordt aangeduid als “greater stick-nest rat” of “wopilkara”.

Uiterlijk

De langoorhaasrat heeft het formaat van een klein konijn met een korte, brede kop. De zachte vacht is op de rug is grijsbruin, op de flanken roodbruin en aan de onderkant licht grijsbruingeel, met een geleidelijke overgang. De korte staart is van boven donkerbruin en van onder wit. De oren zijn breed, rond en donkergrijsbruin van kleur. De voeten zijn van boven grijsbruin aan de buitenkant, wit aan de binnenkant. De vacht is zacht en fijn. De kop-romplengte bedraagt 170 tot 260 mm, de staartlengte 145 tot 180 mm, de achtervoetlengte 42 tot 48 mm, de oorlengte 28 tot 32 mm en het gewicht 180 tot 450 gram. Vrouwtjes hebben 0+2=4 mammae.

Verdeling

Geografie

Aan het einde van de negentiende eeuw nam het aantal langoorhaasratten op het vasteland drastisch af als gevolg van vernietiging van leefgebied door de toenemende Europese kolonisatie en de verspreiding van geïntroduceerde herbivoren, in eerste instantie schapen en later konijnen. De effecten van het verlies van leefgebied werden verergerd door de effecten van enkele ernstige droogtes en predatie door geïntroduceerde roofdieren. De laatste bekende populatie langoorhaasratten op het Australische vasteland leefde in de jaren dertig van de twintigste eeuw op de Nullarborvlakte. Toen in de jaren dertig ook deze populatie uitstierf, kwam de soort alleen nog voor op de Franklineilanden, twee eilanden in het Nuyts Archipelago Conservation Park voor de kust van Zuid-Australië.

Laat meer zien

door geïntroduceerde roofdieren. De laatste bekende populatie langoorhaasratten op het Australische vasteland leefde in de jaren dertig van de twintigste eeuw op de Nullarborvlakte. Toen in de jaren dertig ook deze populatie uitstierf, kwam de soort alleen nog voor op de Franklineilanden, twee eilanden in het Nuyts Archipelago Conservation Park voor de kust van Zuid-Australië.

Later is de langoorhaasrat heringevoerd op verschillende plaatsen in Zuid-Australië, Nieuw-Zuid-Wales en West-Australië. Reïntroductie op verschillende eilanden is succesvol verlopen, maar de reïntroductiepogingen op het vasteland hadden aanvankelijk weinig succes vanwege predatie door vossen en verwilderde katten en een gebrek aan schuilplaatsen om te kunnen ontsnappen aan varanen en uilen. Recentere projecten op het vasteland lijken wel succesvol. Momenteel komt de langoorhaasrat in Zuid-Australië voor op de Franklineilanden, op Saint Petereiland in het Nuyts Archipelago Conservation Park, op Reevesby-eiland in het Sir Joseph Banks Group Conservation Park, in het Arid Recovery Reserve bij Roxby Downs, in Nieuw-Zuid-Wales in het Scotia Wildlife Sanctuary, en in West-Australië in Sharkbaai op Salutationeiland, op Faureeiland en bij Heirisson Prong.

Habitat

De habitat van de langoorhaasrat bestaat tegenwoordig uit kalksteengebieden en zandduingebieden, bedekt met dichte maar lage struiken. Oorspronkelijk kwam de soort in verschillende typen scrubland voor, met de zogenoemde chenopod shrublands als voorkeurshabitat.

Laat minder zien
Langoorhaasrat leefomgevingskaart

Klimaatzones

Langoorhaasrat leefomgevingskaart

Gewoonten en leefwijze

De langoorhaasrat is voornamelijk 's nachts actief, hoewel het dier ook enige activiteit gedurende de dag vertoont. De vriendelijke natuur van de langoorhaasrat maakt het kwetsbaar voor roofdieren als de rode vos (Vulpes vulpes) en de verwilderde kat (Felis catus). Ook uilen, slangen en varanen maken jacht op langoorhaasratten. Het dier eet voornamelijk de bladeren, stengels, zaden en vruchten van vetplanten als de bluebush (geslacht Maireana) en de saltbush (geslacht Atriplex). De langoorhaasrat bouwt grote nesten van gevlochten twijgen en dode bladeren rond de stam van een struik, onder een overhangende rots of in een smalle grot. Deze nesten kunnen tot twee meter breed en één meter hoog zijn. In het midden zit een grasnest. Aan deze typische nesten heeft de langoorhaasrat ook zijn Engelse naam greater stick-nest rats aan te danken. Ook de minder gebruikte namen house-building rat en architect rat verwijzen naar de nesten. In de nesten leeft een paartje of een kleine kolonie van tien tot twintig langoorhaasratten. Per worp worden er bij de langoorhaasrat één tot vier jongen geboren. Hoewel de meeste worpen in maart en april voorkomen, paart het dier het hele jaar door met in totaal twee tot drie worpen per jaar. De draagtijd bedraagt 44 dagen en na twee maanden zijn de jongen zelfstandig.

Laat meer zien

Het aantal langoorhaasratten in een bepaald gebied is het hoogst gedurende de wintermaanden, gevolgd door een sterftegolf in de zomermaanden ten gevolge van hoge temperaturen. De zomersterfte is afhankelijk van de periode dat de dieren al in het gebied voorkomen en de lokale fauna. Hoe langer langoorhaasratten in een specifiek gebied voorkomen, hoe groter en ontwikkelder hun nesten en daarmee hun bescherming tegen omgevingsinvloeden worden. Bovendien maken langoorhaasratten ook gebruik van verlaten holen van buideldassen en buidelhazen als bescherming tegen de zomerhitte.

Laat minder zien

Populatie

Bevolkingsnummer

Op de Rode Lijst van de IUCN is de soort geclassificeerd als “bedreigd”. Door de Australische autoriteiten is de status van de langoorhaasrat inmiddels in 1998 teruggebracht van “bedreigd” naar “kwetsbaar”.

Referenties

1. Langoorhaasrat artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Langoorhaasrat
2. Langoorhaasrat op de IUCN Rode Lijst-site - https://www.iucnredlist.org/species/11634/22457522

Meer fascinerende dieren om over te leren