De Javaanse kleine kantjil (Tragulus javanicus) is een klein hoefdier uit de familie der dwergherten.
Cr
CrepusculairEen schemeractief dier of crepusculair dier is een dier dat in de schemering actief zijn, maar niet 's nachts. In feite zijn zelfs veel dieren die ...
Pl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Fo
FolivoorEen folivoor is een dier dat zich vrijwel uitsluitend met bladeren voedt. Folivoren zijn specialisten binnen de groep herbivoren. Folivore dieren v...
Te
TerrestrischePr
Precociale dierenLe
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Te
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Mo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
Ov
Over het algemeen solitaire dierenGe
Geen migrantJ
begint metKl
Kleine dierenDe Javaanse kleine kantjil heeft onder andere een smaller neurocranium, en een langere en hogere onderkaak dan de kleine kantjil. Hij heeft een taankleurige kop en lichaam. De nek is grijs van kleur. De nekstreep ontbreekt, maar de donkere kruin loopt meestal door in de nek. Net als andere kleine kantjils is de Javaanse kleine kantjil vrij egaal gekleurd, maar de onderzijde van de nek heeft grote, witte vlekken. Mogelijk leeft er op Java een tweede vorm, die een oranjegele nek en wangen heeft en een bijna zwarte nekstreep. Hij wordt zo'n 44 tot 48 centimeter lang en twee kilogram zwaar.
De Javaanse kleine kantjil komt enkel voor op het Indonesische eiland Java, waar het de enige soort dwerghert is.
De Javaanse kleine kantjil is 's nachts actief. Dankzij de grote ogen kan hij prima in het donker zien. Hij leeft in tropische regenwouden en mangrovebossen, waar hij zich voedt met gras, bladeren en afgevallen vruchten. Bij gevaar houdt de kantjil zich schuil in het struikgewas.