Bruinvissen

Bruinvissen lijken qua uiterlijk op een dolfijn, maar zijn nauwer verwant aan narwallen en beluga's dan aan de echte dolfijnen. Er zijn acht bestaande soorten bruinvissen, allemaal tot de kleinste van de tandwalvissen. Bruinvissen onderscheiden zich van dolfijnen door hun afgeplatte, schopvormige tanden die verschillen van de conische tanden van dolfijnen, en het ontbreken van een uitgesproken snavel. Bruinvissen gebruiken echolocatie als hun primaire sensorische systeem. Sommige soorten zijn goed aangepast om tot grote diepten te duiken. Zoals alle walvisachtigen hebben ze een laag vet of blubber onder de huid om ze warm te houden in koud water. Deze zeezoogdieren produceren ultrasone klikken, die worden gebruikt voor zowel navigatie (echolocatie) als sociale communicatie. In tegenstelling tot veel dolfijnensoorten zijn bruinvissen niet erg gezellig en vormen ze geen grote sociale groepen. Kalveren worden doorgaans in de lente- en zomermaanden geboren en blijven tot het volgende voorjaar afhankelijk van hun moeder. Bruinvissen worden van oudsher in veel gebieden bejaagd vanwege hun vlees en blubber en worden sterk beïnvloed door bijvangst. Ze lijden ook onder concurrentie om voedsel uit de visserij en vervuiling van de zee.