De Canadese boomklever (Sitta canadensis) is een zangvogel uit het geslacht Sitta. De vogel komt voor in Noord-Amerika.
Da
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
In
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Pl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Gr
GranivoorBo
BoombewonendeZo
ZoochorySc
ScansoriaalTe
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Ei
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Co
CongregatoirAl
Altrische dierenMo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
Ov
Over het algemeen solitaire dierenGe
Gedeeltelijke migrantR
begint metDe volwassen Canadese boomklevers hebben blauwgrijze veren op hun rug, en een roodkleurige onderbuik en wit op de kop. Dit wit contrasteert met een donkere oogstreep, met daarboven een smalle witte wenkbrauwstreep en weer donker boven op de kop dat geleidelijk over gaat in het blauwgrijs van de rug. De lichaamslengte bedraagt 11 tot 12 cm.
De soort komt vooral voor in de naaldbossen van Canada, Alaska, en de westkust van de Verenigde Staten. Het is een dwaalgast in Mexico. Aldus kwam de soort ooit voor op het eiland Isla Guadalupe, maar lijkt daar inmiddels te zijn verdwenen. De vogels blijven doorgaans het hele jaar in hun territorium, maar vliegen soms naar zuidelijke streken indien het voedsel in hun normale leefgebied opraakt.
Deze vogels leven in de winter van de zaden van naaldbomen, in slechte jaren trekken ze massaal naar het zuiden.
De Canadese boomklever maakt zijn nest van dood hout, het liefst dicht bij de grond. Ze smeren hars rond de nestopening, mogelijk om mieren op een afstand te houden.