De geelbuikschildpad (Trachemys scripta scripta) is een schildpad uit de familie moerasschildpadden (Emydidae). Het is een ondersoort van de lettersierschildpad (Trachemys scripta). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Johann David Schoepff in 1792.
De afmetingen van een volwassen schildpad verschillen per sekse, de vrouwtjes worden veel groter dan de mannetjes. Vrouwtjes bereiken een schildlengte tot maximaal 27 centimeter. Daarnaast hebben mannetjes een langere staart en relatief lange nagels aan de voorpoten, vooral oudere exemplaren. Het schild is bij oudere dieren vrij bol, bij jongere exemplaren nog plat en de schildplaten hebben aan de achterzijde doornachtige punten. Al deze kenmerken vervagen naarmate het dier ouder wordt. Ook hebben jongere dieren een landkaart-tekening op de schildplaten en een meer afstekende tekening op de huid. Een typisch kenmerk is de S-vormige gele streep op de zijkant van de kop.
De geelbuikschildpad komt voor in het zuidoosten van de Verenigde Staten en het noordoosten van Mexico. In Nederland is in Maastricht weleens een exemplaar aangetroffen maar deze was uitgezet of ontsnapt. Ze worden nu bijna overal gevonden omdat veel mensen hun schildpad dumpen. Hun biotoop bestaat uit moerassen, rivierarmen en meren met liefst stilstaand water. Het is een dagactieve schildpad die graag zont op boomstammen en een temperatuur van boven de 20 graden prefereert, er wordt geen winterslaap gehouden. Op het menu staan kleine waterdiertjes en waterplanten, de schildpad is omnivoor.