De bandstaartbuizerd (Buteo albonotatus) is een roofvogel uit de familie van de Accipitridae.
Vl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Een aaseter is een dier dat leeft van dierlijke resten, en niet zelf op voedsel jaagt. Aaseters kunnen groot of klein zijn. Veel insecten zijn bijv...
Te
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Te
TerrestrischeOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Mo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
Mi
MigrerendZ
begint metDeze grote, slanke vogels hebben een zwart verenkleed met lichtgrijze blokjes op de pennen. Op de staart bevinden zich drie witte tot lichtgrijze banden, vandaar de naam. De lichaamslengte bedraagt 55 cm met een vleugelspanwijdte van 140 cm.
Deze soort komt voor van Noord tot Zuid-Amerika, met name van de zuidwestelijke Verenigde Staten tot Paraguay, in dichte en open bossen, maar ook op rotsachtige plekken nabij het water, vaak in het gezelschap van gieren.
Hun voedsel bestaat uit kleine zoogdieren, hagedissen en vogels. Op sommige plaatsen jagen ze op kwartels of eekhoorns. Ze ontpoppen zich ook weleens als nestrovers. Ze vliegen weleens op hoogten van 3000 meter, maar over het algemeen houden ze een hoogte van 1000 meter aan.
Het nest bevindt zich in hoge dennenbomen of tussen het gebladerte van populieren, maar ook op rotsuitsteeksels bouwen ze weleens nesten. Bij verstoring van de nestvrede kunnen ze behoorlijk lawaaierig te keer gaan, in het bijzonder tijdens de paartijd. Het legsel bestaat uit 2 tot 3 witte eieren met een bruine schijn. Meestal blijft er maar één jong in leven, doordat de zwakste uit het nest worden geduwd, waardoor de overlevingskansen van het andere jong stijgen. Het jong verlaat na 45 dagen het nest, maar keert vaak naar de ouders terug.