De roofblei (Aspius aspius) is een zoetwatervis. Deze exoot is een echte rover en komt voor in de wateren van de Benelux.
De roofblei is een zijdelings afgeplatte gestroomlijnde vis, met een puntige kop. Het oog is kleurloos en de bek is groot voor een karperachtige.Wat opvallend aan deze roofvis is, is dat hij geen tanden heeft. Wel heeft hij aan de punt van de onderkaak een verdikking, die precies in het kuiltje in de bovenkaak past.
De roofblei heeft grote, puntige vinnen waarmee hij flinke snelheden kan bereiken in het stromende water. Kleine exemplaren lijken op de alver, die een veel kleinere bek heeft, nog wat stijver aan doet en een blinkend zilveren schubbenkleed heeft. Hij lijkt ook wel op de winde, maar heeft een veel slanker uiterlijk en een puntige kop.
De roofblei is een grote, snelle roofvis, behorend tot de karperachtigen, die tot 120 cm lang kan worden.
De roofblei is in Europa de enige karperachtige waarvan vis het hoofdbestanddeel van het dieet vormt. Grote windes, barbelen en kopvoorns eten ook regelmatig visjes. Hij jaagt voornamelijk op de alver, die in dezelfde watertypes te vinden is. In de zomer jaagt hij vaak aan de oppervlakte van het water op de scholen jonge vis, wat voor een behoorlijk kabaal zorgt. Hij plant zich voort in stromend water, maar hij kan ook wel in stilstaand water voorkomen. Heel grote exemplaren komen voor op wat grotere diepte of in de hoofdstroom van de grote rivieren.
De roofblei heeft zich enorm uitgebreid in de negentiger jaren. Op het ogenblik is het de talrijkste vis in de haventjes en kanalen langs de grote rivieren. Het is nog de vraag in hoeverre de predatie van roofblei invloed heeft op de stand van prooivissen en concurrenten. In de Donau leven ze al eeuwen samen met dezelfde vissen als die in Nederland, zodat geen desastreus effect verwacht kan worden.Een van de factoren waardoor de roofblei het goed doet, is de verbetering van de waterkwaliteit.