Antechinus swainsonii is een roofbuideldier uit het geslacht van de breedvoetbuidelmuizen. De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door George Robert Waterhouse in 1840.
Da
DagdierenNa
NachtelijkVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
In
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Te
TerrestrischeAl
Altrische dierenViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
So
Solitaire dierenGe
Geen migrantD
begint metA. swainsonii is een grote, gedrongen Antechinus met een lange bek, kleine ogen en korte oren. De bovenkant is donkerbruin tot zwart, de onderkant lichtgrijs. De spaarzaam behaarde staart is bruin van kleur. Op grotere hoogte is deze soort groter en donkerder dan bij de kust. De kop-romplengte bedraagt 90 tot 185 mm, de staartlengte 75 tot 120 mm en het gewicht 38 tot 170 g. Vrouwtjes hebben 6 tot 10 mammae.
Het dier leeft op de grond en is grotendeels 's nachts actief. Het dier eet ongewervelden, die uit de grond worden gegraven, maar ook kleine gewervelden. In een hol bouwen vrouwtjes een nest van droge bladeren. Na twee weken paartijd in augustus (of op grote hoogte in september) sterven alle mannetjes.