Antechinus swainsonii

Uiterlijk

A. swainsonii is een grote, gedrongen Antechinus met een lange bek, kleine ogen en korte oren. De bovenkant is donkerbruin tot zwart, de onderkant lichtgrijs. De spaarzaam behaarde staart is bruin van kleur. Op grotere hoogte is deze soort groter en donkerder dan bij de kust. De kop-romplengte bedraagt 90 tot 185 mm, de staartlengte 75 tot 120 mm en het gewicht 38 tot 170 g. Vrouwtjes hebben 6 tot 10 mammae.

Verdeling

Geografie

De soort komt voor in dichte, vochtige vegetatie op Tasmanië. De populaties op het vasteland van Australië worden sinds 2015 tot een aparte soort gerekend: Antechinus mimetes.

Antechinus swainsonii leefomgevingskaart
Antechinus swainsonii leefomgevingskaart
Antechinus swainsonii
Attribution-ShareAlike License

Gewoonten en leefwijze

Het dier leeft op de grond en is grotendeels 's nachts actief. Het dier eet ongewervelden, die uit de grond worden gegraven, maar ook kleine gewervelden. In een hol bouwen vrouwtjes een nest van droge bladeren. Na twee weken paartijd in augustus (of op grote hoogte in september) sterven alle mannetjes.

Seizoensgebonden gedrag

Dieet en voeding

Populatie

Referenties

1. Antechinus swainsonii artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Antechinus_swainsonii
2. Antechinus swainsonii op de IUCN Rode Lijst-site - https://www.iucnredlist.org/species/41508/21946313

Meer fascinerende dieren om over te leren