De Amerikaanse hondsvis (Umbra pygmaea) is een exoot die in de wateren van de Benelux voorkomt.
Van de Amerikaanse hondsvis worden de vrouwtjes ongeveer 16 cm lang en de mannetjes 9 cm. De hondsvis komt vooral voor in het zuiden van Nederland en België. Dit visje kwam al voor de Tweede Wereldoorlog voor, men vermoedt dat het is uitgezet als voer voor forellen en zalmen.
De hondsvis eet vooral muggenlarven en soms visbroed. Hij kan erg goed tegen vervuiling (in tegenstelling tot de zonnebaars die ook gebruikt kan worden als insectenbestrijder) en wordt daardoor veel gevonden in verzuurde vennen. Hierbij dringt hij de inheemse soorten weg. Vooral in amfibieënpoelen kan veel schade aangericht worden, hoewel de aanwezigheid van de zonnebaars Lepomis gibbosus nog erger is.
Andere soorten zoals de ijsvogel kunnen van de hondsvis profiteren. De hondsvis kan overleven in water dat voor andere vissoorten te zuur is. Hierdoor krijgt de ijsvogel meer leefgebied.
De eieren worden door het vrouwtje bewaakt.
Dit visje wordt wel in aquaria en vijvers gehouden. In aquaria dient men ervoor te zorgen dat het water (met name in de winter) niet te koud wordt.