De Nubische steenbok (Capra nubiana, soms ook gezien als ondersoort Capra ibex nubiana) is een wilde geit uit de Noordoost-Afrika en het Midden-Oosten.
Da
DagdierenPl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Gr
GraminivoorIn de zoölogie is een graminivoor een herbivoor dier dat zich voornamelijk voedt met gras. Het woord is afgeleid van het Latijnse graminis, wat 'g...
Fo
FolivoorEen folivoor is een dier dat zich vrijwel uitsluitend met bladeren voedt. Folivoren zijn specialisten binnen de groep herbivoren. Folivore dieren v...
Te
TerrestrischeCu
Cursoriale dierenPr
Precociale dierenGr
Grazende dierenGrazen is het eten van plantaardig voedsel door dieren. Grazen is een vorm van foerageren.Het bekendste voorbeeld van grazen is dat van zoogdieren ...
Di
Dieren met een lange nekTe
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Le
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Po
PolygynieSo
Sociale dierenKu
KuddedierenEen kudde is een groep gemeenschappelijk levende zoogdieren. Een kudde biedt de dieren bescherming. Terwijl een aantal dieren rustig aan het grazen...
Do
Dominantie hiërarchieGe
Geen migrantN
begint metVan alle geitensoorten is de Nubische steenbok de soort met de langste en indrukwekkendste hoorns. De hoorns kunnen een lengte krijgen van tussen de 100 tot 120 cm en zijn voorzien van 24 tot 36 'knobbels'. In vergelijking met andere geitensoorten hebben deze dieren daarentegen weer korte oren.
De geiten hebben een flinke sik welke meestal een donkere kleur heeft en flink afsteekt tegen de lichtbruine vacht. Vanaf de ogen tot aan de neus loopt aan de zijkanten ook een lichtere kleur. De buik en poten (onder de knieën) zijn licht van kleur. Over de rug en over de lengte van de voorkant van de poten loopt een donkere streep.
Het dier wordt tussen de 140 tot 170 centimeter lang en heeft een schofthoogte van 65 tot 110 centimeter. De staartlengte ligt tussen de 15 en 25 centimeter. Vrouwtjes wegen tussen de 50 tot 100 kg en de mannetjes wegen maximaal 125 kg.
De Nubische steenbok komt voor in het Noordelijke puntje van Eritrea, in de bergachtige omgevingen aan de kust van Soedan. Bijna aan de gehele kuststrook van Egypte en het zuidelijke deel van het Sinaï gebied. Het dier wordt verder aangetroffen in Israël, Palestina, Westelijk Jordanië, Saoedi-Arabië, zuidelijke delen van Jemen en verspreide gebieden in Oman. Ook is het dier opnieuw geïntroduceerd in Syrië, in Libanon is het uitgeroeid. De wilde geit geeft de voorkeur aan rotsachtige omgevingen, bergen in woestijngebieden met veel steile wanden en kloven. Ook moet het gebied voldoende struiken en gras hebben.
De ibex eet voornamelijk planten, kruiden, boomschors, bladeren, fruit en bloemen.
De dieren leven in kleine territoria van slechts enkele vierkante kilometers. Het leefgebied wordt gedeeld met andere ibexen maar de dieren brengen de meeste tijd alleen door. Als de paartijd aanbreekt, zo tussen september en november, beginnen de mannetjes te vechten om de vrouwtjes. Daarbij vinden soms hevige gevechten plaats waarbij de mannetjes elkaar met de enorme hoorns te lijf gaan. De winnaar benadert vervolgens het vrouwtje met een vast 'ritueel'. Hij benadert haar kruipend, maakt snelle bewegingen met de tong, kwispelt met zijn staart, maakt blaasgeluiden en hij maakt schopbewegingen. Ook sproeit hij met urine op plaatsen en smeert hij dit over zijn borst en kin.
Na de paring volgt een draagtijd van 150 tot 165 dagen waarna meestal 2 jongen worden geboren. De jongen blijven meestal enkele dagen verborgen totdat ze zich goed kunnen voortbewegen en dan sluiten ze zich aan bij hun moeder. De zoogperiode duurt gemiddeld tot hun 2e levensjaar hoewel het soms voorkomt dat dit aanhoudt tot hun 3e levensjaar.