Leptophis ahaetulla is een middelgrote, helder gekleurde slang van de familie toornslangachtigen en de onderfamilie Colubrinae. De soort komt voor in Centraal-Amerika en het noorden van Zuid-Amerika.
Da
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Te
TerrestrischePr
Precociale dierenBo
BoombewonendeEi
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Ro
RoofdierenPredatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier. Predatoren worden ook natuurlijke ...
Li
Licht giftigSo
Solitaire dierenGe
Geen migrantP
begint metDe slang heeft een langwerpige kop en een slank lijf. De Engelse naam parrot snake dankt de slang aan zijn licht naar beneden gebogen bovenlip, die doet denken aan de snavel van een papegaai.
Een volwassen exemplaar bereikt een lichaamslengte van ongeveer 1,5 meter, de maximale lengte is 2,25 m. De mannetjes worden groter dan de vrouwtjes. De staartlengte bedraagt ongeveer 35 tot 40 procent van de lichaamslengte, bij veel exemplaren in het wild ontbreekt echter een deel van de staart.
De bovenzijde van de slang is bedekt met vijftien rijen heldergroene, gouden of bronskleurige schubben met zwarte of donkerbruine randen. De tussenliggende huid is zwart van kleur. Aan weerszijden van de kop loopt een zwarte streep ter hoogte van het oog. Het oog is groot en heeft een ronde pupil, de Iris is geel van kleur. De tong heeft een afstekende blauwzwarte kleur. De bovenlip en de onderzijde zijn bleekgroen.
In Centraal-Amerika komt Leptophis ahaetulla voor in Belize, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Zuid-Mexico, Nicaragua en Panama. In Zuid-Amerika komt hij voor in Argentinië, Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Frans-Guyana, Paraguay, Peru, Trinidad en Tobago, Uruguay en Venezuela.
De habitat bestaat uit droge en vochtige tropische en subtropische bossen, zowel in laaglanden als in bergstreken. Ook in door de mens aangepaste streken zoals landelijke tuinen en aangetaste bossen kan de slang worden aangetroffen. De soort is gevonden van zeeniveau tot op een hoogte van ongeveer 2000 meter boven zeeniveau.
Leptophis ahaetulla is overdag actief en jaagt op enige hoogte in bomen en struiken. Hij voedt zich met hagedissen, kikkers, kleine vogels, sprinkhanen en vogeleieren. De slang heeft een duidelijk voorkeur voor nachtactieve kikkers die overdag liggen te slapen tussen de bladeren. Leptophis ahaetulla is een eileggende slang, de vrouwtjes zetten per legsel een tot vijf eieren af.
Bij verstoring wordt de voorzijde van het lichaam opgericht en wordt de bek opengesperd waarbij de blauwzwarte tong wordt getoond. Ook zal de slang zijn nek plat maken en proberen te bijten als het dier wordt opgepakt. Lange tijd werd gedacht dat de soort niet giftig was, maar hij is licht giftig. In het speeksel zijn antistollingsmiddelen (anticoagulantia) aangetroffen en een beet kan beter vermeden worden.