Volgorde

Papegaaiachtigen

392 soorten

Papegaaiachtigen (Psittaciformes) vormen een orde van tropische, veelal bontgekleurde vogels. De groep bestaat uit vier families: Kaketoes (Cacatuidae), Nieuw-Zeelandse papegaaien (Strigopidae), Papegaaien van de Oude Wereld (Psittaculidae) en Papegaaien van Afrika en de Nieuwe Wereld (Psittacidae). De laatste twee families worden soms samengevoegd in één superfamilie, de "echte papegaaien" (Psittacoidea).

Papegaaien kenmerken zich door hun sterke, gebogen snavel, een rechtopstaande houding en de geklauwde zygodactische poten. Veel papegaaien zijn fraai gekleurd en sommige soorten hebben een bijzonder gevormd verenkleed. De meeste papegaaien vertonen weinig of geen seksuele dimorfie. Ze leven voornamelijk van zaden, noten, fruit en ander plantaardig materiaal. Enkele soorten eten aas, en de lori's en parkieten zijn gespecialiseerd in het opzuigen van nectar uit bloemen.

Papegaaien komen van nature voor op het gehele zuidelijk halfrond, met name in de tropen. Op het zuidelijk halfrond komen soorten parkieten voor in gebieden met een gematigd klimaat zoals de kakariki's op eilanden ten zuiden en oosten van Nieuw-Zeeland en de magelhaenparkiet in het uiterste zuiden van Chili. Door ontsnapping uit gevangenschap of door bewuste introducties zijn in de loop van de twintigste eeuw in het wild levende populaties in de gematigde klimaatzone van het noordelijk halfrond ontstaan zoals de halsbandparkieten in de grote steden in Nederland en België.

Het woord "papegaai" is afkomstig van het Spaanse woord papagayo, dat op zijn beurt waarschijnlijk afgeleid is van het Arabische babagha en het Perzische babgha. Het Arabische woord is vermoedelijk uit West-Afrika ontleend. De Nederlandse vorm is mogelijk onder invloed van 'gaai' ontstaan.

laat minder zien

Papegaaiachtigen (Psittaciformes) vormen een orde van tropische, veelal bontgekleurde vogels. De groep bestaat uit vier families: Kaketoes (Cacatuidae), Nieuw-Zeelandse papegaaien (Strigopidae), Papegaaien van de Oude Wereld (Psittaculidae) en Papegaaien van Afrika en de Nieuwe Wereld (Psittacidae). De laatste twee families worden soms samengevoegd in één superfamilie, de "echte papegaaien" (Psittacoidea).

Papegaaien kenmerken zich door hun sterke, gebogen snavel, een rechtopstaande houding en de geklauwde zygodactische poten. Veel papegaaien zijn fraai gekleurd en sommige soorten hebben een bijzonder gevormd verenkleed. De meeste papegaaien vertonen weinig of geen seksuele dimorfie. Ze leven voornamelijk van zaden, noten, fruit en ander plantaardig materiaal. Enkele soorten eten aas, en de lori's en parkieten zijn gespecialiseerd in het opzuigen van nectar uit bloemen.

Papegaaien komen van nature voor op het gehele zuidelijk halfrond, met name in de tropen. Op het zuidelijk halfrond komen soorten parkieten voor in gebieden met een gematigd klimaat zoals de kakariki's op eilanden ten zuiden en oosten van Nieuw-Zeeland en de magelhaenparkiet in het uiterste zuiden van Chili. Door ontsnapping uit gevangenschap of door bewuste introducties zijn in de loop van de twintigste eeuw in het wild levende populaties in de gematigde klimaatzone van het noordelijk halfrond ontstaan zoals de halsbandparkieten in de grote steden in Nederland en België.

Het woord "papegaai" is afkomstig van het Spaanse woord papagayo, dat op zijn beurt waarschijnlijk afgeleid is van het Arabische babagha en het Perzische babgha. Het Arabische woord is vermoedelijk uit West-Afrika ontleend. De Nederlandse vorm is mogelijk onder invloed van 'gaai' ontstaan.

laat minder zien