Vicuña
De vicuña (Vicugna vicugna) behoort tot de kameelachtigen, net zoals de lama, de guanaco en de alpaca. Vicuña's leven in kleine familiegroepjes.
Vicuña's zijn sierlijke dieren en de kleinste van alle kameelachtigen. Ze hebben een zachte vacht van zeer fijne wol. De dieren zijn bruin gekleurd met een witte buik. Een volwassen dier weegt 40 tot 60 kilo en de schouderhoogte is nog geen meter. Net als bij andere lama-achtigen blijven hun ondertanden doorgroeien. In de natuur slijten deze tanden vanzelf af, maar in gevangenschap kan dit problemen geven. Men ziet dan dieren waarbij de ondertanden naar boven uitsteken.
De vicuña leeft in de uitgestrekte páramo's in de Andes. Ze zijn goed aangepast aan de barre leefomstandigheden boven 4000 meter. Dankzij hun krachtige hart en hun rode bloedcellen, die 2,5 keer zo lang leven als bij andere dieren, zijn ze in staat om in deze ijle lucht te ademen en te leven. Net als kamelen kunnen ze ook goed overleven in droge gebieden, doordat ze erg zuinig met water omgaan.
In de Benelux is de vicuña te zien in Wildlands in Emmen, Diergaarde Blijdorp in Rotterdam, Artis in Amsterdam, ZooParc Overloon in Overloon, AquaZoo Leeuwarden, ZOO Planckendael in Mechelen en GaiaZOO in Kerkrade en in Avifauna in Alphen aan den Rijn.
In tegenstelling tot bij veel andere zoogdieren treedt er bij de vicuña geen bronsttijd op, maar komt er een eisprong na een dekking. Deze vorm van paring wordt geïnduceerde ovulatie genoemd. Over het algemeen is de paringstijd in maart en april. De duur van de paring is hooguit 20 minuten. Een merrie draagt haar jong elf maanden en is meteen na de geboorte van het jong weer vruchtbaar. Een merrie werpt één jong per keer. Dit doet ze staand. Het jong staat binnen een kwartier en poogt dan al een paar stappen te zetten. Het is tot ongeveer tien maanden afhankelijk van de moeder. Na twee jaar is het zelf vruchtbaar. Een vicuña leeft 15 tot 20 jaar, de oudste ooit is 24 jaar geworden.