De kleur is meestal donkerbruin tot zwart met geelbruine, ovale vlekken. Vaak zitten in deze vlekken kleinere vlekjes die dezelfde kleur hebben als de basiskleur. Er is echter veel variatie, ook roodbruine tot gele exemplaren komen voor. Het lichaam is erg dik, gespierd en massief, de kop erg groot, afgeplat-peervormig en duidelijk afgesnoerd door de nek. Deze slang wordt meestal niet langer dan anderhalve meter, vrouwtjes worden in sommige gevallen iets groter. Rond de bek bevinden zich opvallende warmtezintuigen.
De koningspython komt voor in delen van westelijk Afrika en leeft in de landen Senegal, Gambia, Guinee-Bissau, Guinee, Sierra Leone, Ivoorkust, Ghana, Togo, Benin, Niger, Burkina Faso, Nigeria, Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, Congo-Kinshasa, Mali, Oeganda en Soedan.
De habitat bestaat uit droge tropische en subtropische bossen, savannes, scrubland en graslanden. Ook in door de mens aangepaste streken zoals weilanden en plantages kan de slang worden aangetroffen. De koningspython leeft vrijwel altijd in de buurt van water.
Het voedsel bestaat uit knaagdieren, amfibieën, hagedissen en vogels. Deze worden 's nachts gevangen want overdag zit deze soort veelal verscholen in donkere plaatsen zoals termietenhopen, holen in de grond en onder boomwortels. Het is een op de grond levende slang die met enige regelmaat wil klimmen en die zijn prooi wurgt voordat deze wordt opgegeten. De koningspython bijt zeer zelden.
Bij gevaar rolt deze slang zich op als een bal met de kop in het midden ter bescherming, vandaar de Engelstalige naam 'ballpython'. Het legsel bestaat uit drie tot acht eieren, die worden uitgebroed tussen rotsen of in ondergrondse holen.