De blauwkopbijeneter (M. muelleri s.l.) is 19 cm lang. De staart heeft geen verlengde middelste staartpennen maar is rechthoekig afgesneden. De mantel is kastanjebruin. Dit bruin gaat op de kop en de kruin over in kobaltblauw. Het voorhoofd van de vogel is lichtblauw. Onder de snavel zit een rode vlek en de rest van de keel, buik en borst zijn diepblauw gekleurd.
De blauwkopbijeneter komt voor in de Centraal-Afrikaanse Republiek, Congo-Brazzaville, Congo-Kinshasa, Equatoriaal-Guinea, Ivoorkust, Gabon, Ghana, Guinee, Kameroen, Kenia, Nigeria en Sierra Leone. Het is een schaarse, lastig waar te nemen soort van meestal ongerept regenwoud maar die plaatselijk soms algemeen voorkomt.
De blauwkopbijeneter heeft een groot verspreidingsgebied en daardoor is de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven) niet zo groot. De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd, maar gaat door ontbossingen in aantal achteruit. Echter, het tempo ligt onder de 30% in tien jaar (minder dan 3,5% per jaar). Om deze redenen staat deze bijeneter als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.