Na
NachtelijkVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Bo
BoombewonendeTe
TerrestrischePr
Precociale dierenEi
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Hi
Hinderlaag roofdierNi
Niet-giftigeSo
Solitaire dierenGe
Geen migrantC
begint metDe lichaamslengte van de slang is gemiddeld ongeveer twee meter, met uitschieters tot 3,5 meter. Veel exemplaren blijven echter aanzienlijk kleiner. De Nederlandstalige naam ruitpython slaat op de vlekken op het lichaam, deze zijn meestal bruin van kleur met een lichtere omzoming op een beige achtergrond. Er zijn echter veel kleurvariaties en de verschillende ondersoorten vertonen een breed scala aan kleuren en patronen. Er komen ook melanische exemplaren voor die geheel zwart zijn met enkele witte vlekken. De meeste exemplaren hebben buiten de natuurlijke habitat een opvallende tekening, maar hierbinnen valt de slang weg tegen de ondergrond. Het kleurpatroon dient om bladeren die op de bodem liggen te imiteren.
De ruitpython komt voor in de landen Australië en Nieuw-Guinea. Binnen Australië is de slang aangetroffen in de deelstaten Nieuw-Zuid-Wales, Noordelijk Territorium, Queensland, Victoria, West-Australië en Zuid-Australië.
De habitat bestaat uit zowel drogere als vochtige tropische en subtropische bossen, vochtige en droge savannes, tropische en subtropische moerasen, scrubland en graslanden Ook in door de mens aangepaste streken zoals tuinen, parken en plantages kan de slang worden gevonden. De soort is aangetroffen van zeeniveau tot op een hoogte van ongeveer vijftig meter boven zeeniveau.
Het voedsel bestaat uit kleine gewervelde dieren, zoals hagedissen, muizen, konijnen en andere kleine zoogdieren, maar ook wel vogels. Het is een nachtactieve soort die zich overdag opgerold in een boom schuilhoudt en bij de schemering op jacht gaat. De slang kan goed klimmen maar wordt ook veel op de grond aangetroffen. Ook kan de slang zich in het water snel bewegen. Zoals alle pythons is deze soort niet giftig omdat het een wurgslang is. De ruitpython kan een gevaar opleveren voor lokale huisdieren. Mensen en ook kleine kinderen worden met rust gelaten, hoewel de slang gemeen kan bijten als het dier zich bedreigd voelt.
Vrouwtjes produceren legsels van maximaal vijftig eieren, die ze afzetten in rottende planten of holle boomstronken. Ze wikkelen zich om de eieren en beschermen die tot ze uitkomen.