Land

Volksrepubliek China

3908 soorten

China, voluit Volksrepubliek China, is een land in Oost-Azië.

Klimaat

China is een groot land en ligt tussen 18° en 53° noorderbreedte en 73° en 134° oosterlengte. Het heeft daarom een divers klimaat, gaande van warm gematigde klimaten, zoals het chinaklimaat in het zuiden tot specifieke gebergte- en woestijnklimaten in het westen en noorden.

In het algemeen is het er nat in de zomer en droog in de winter. In de winter dringt een droge koude lucht uit Siberië ver in het zuiden van China door. In de zomer wordt het weer sterk beïnvloed door de (sub)tropen. Door de vorming van hoge druk gebieden waait een warme en natte wind vooral vanuit de Grote Oceaan het land binnen, maar ook vanuit de Indische Oceaan. De zuidoost moesson bereikt in maart zuidoost China en dring verder naar het noordwesten het land binnen en bereikt in juli het noordoosten van het land. In augustus en uiterlijk begin september verdwijnt de moesson snel uit beeld. In zuidwest China is de zuidwest moesson van belang, in mei begint het regenseizoen in Yunnan en west Sichuan en stopt pas ergens in oktober. Tussen mei en september komen in het zuidoosten van het land tropische cyclonen voor.

Er zijn grote regionale verschillen tussen de hooglanden van Tibet waar zich eeuwige sneeuw (E-klimaat) bevindt, de woestijn en de steppen van Xinjiang en Binnen-Mongolië (B-klimaten), en in het vasteland van China. Het noorden van China is algemeen droger dan het midden en het zuiden van het land. De meeste neerslag valt aan de kust in het zuidoosten en in de bergen. Het droogste gebied ligt in het uiterste westen van het land, in het Tarimbekken valt jaarlijks minder dan 50 mm. De isohyeet van 750 mm ligt ter hoogte van het Qingling-gebergte en de Huai He rivier. Hier ligt de scheiding van graanteelt in het noorden en rijst in het zuiden.

laat minder zien

China, voluit Volksrepubliek China, is een land in Oost-Azië.

Klimaat

China is een groot land en ligt tussen 18° en 53° noorderbreedte en 73° en 134° oosterlengte. Het heeft daarom een divers klimaat, gaande van warm gematigde klimaten, zoals het chinaklimaat in het zuiden tot specifieke gebergte- en woestijnklimaten in het westen en noorden.

In het algemeen is het er nat in de zomer en droog in de winter. In de winter dringt een droge koude lucht uit Siberië ver in het zuiden van China door. In de zomer wordt het weer sterk beïnvloed door de (sub)tropen. Door de vorming van hoge druk gebieden waait een warme en natte wind vooral vanuit de Grote Oceaan het land binnen, maar ook vanuit de Indische Oceaan. De zuidoost moesson bereikt in maart zuidoost China en dring verder naar het noordwesten het land binnen en bereikt in juli het noordoosten van het land. In augustus en uiterlijk begin september verdwijnt de moesson snel uit beeld. In zuidwest China is de zuidwest moesson van belang, in mei begint het regenseizoen in Yunnan en west Sichuan en stopt pas ergens in oktober. Tussen mei en september komen in het zuidoosten van het land tropische cyclonen voor.

Er zijn grote regionale verschillen tussen de hooglanden van Tibet waar zich eeuwige sneeuw (E-klimaat) bevindt, de woestijn en de steppen van Xinjiang en Binnen-Mongolië (B-klimaten), en in het vasteland van China. Het noorden van China is algemeen droger dan het midden en het zuiden van het land. De meeste neerslag valt aan de kust in het zuidoosten en in de bergen. Het droogste gebied ligt in het uiterste westen van het land, in het Tarimbekken valt jaarlijks minder dan 50 mm. De isohyeet van 750 mm ligt ter hoogte van het Qingling-gebergte en de Huai He rivier. Hier ligt de scheiding van graanteelt in het noorden en rijst in het zuiden.

laat minder zien