De lichaamslengte bedraagt 13 tot 15 cm. De bovenzijde is blauwgrijs. Het voorhoofd is wit. De bovenste staartveren zijn roodbruin.
Deze in kolonies levende vogel broedt van Alaska tot Mexico en overwintert in Zuid-Amerika.
De soort telt 5 ondersoorten:
Het kalebasvormige nest is gemaakt van modder. Het bevindt zich onder overhangende dakranden of op rotskliffen. Het legsel bestaat uit 4 tot 6 witte eieren.