Sint-helenafazantje
Het Sint-Helenafazantje (Estrilda astrild) is een tropisch vogeltje uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae), oorspronkelijk afkomstig uit Afrika.
Da
DagdierenGr
GranivoorPl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Zo
ZoochoryTe
TerrestrischeOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Mo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
So
Sociale dierenSa
SamenscholendeGe
Geen migrantC
begint metDe totale lengte van kop tot staartpunt van de vogel is 9.5 tot 13 cm; de vogel weegt 6 tot 11 g.Het is een grijsachtige, met heel veel dwarse, donkere golflijntjes getekende vogel. De onderzijde is wat lichter, de borst is ietwat roze, dat onder de buik rood wordt. De snavel en de oogstreep zijn rood en de staart is bruin met zwart.De geslachten zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden, alleen door het baltsen is het mannetje te herkennen.
De vogel komt voor in een groot deel van Sub-Saharisch Afrika en de omliggende eilanden. Daarnaast komt de vogel voor in de vorm van verwilderde populaties die zijn ontstaan door ontsnapping uit gevangenschap. Zo komt het Sint-Helenafazantje voor op de Bermuda, Brazilië, Kaapverdië, Frans-Polynesië, Hawaï, Martinique, Mauritius, Nieuw-Caledonië, Puerto Rico, Réunion, Sint Helena, Ascension, Tristan da Cunha, Seychellen, Trinidad en Tobago, Uruguay en Vanuatu.
De soort telt 17 ondersoorten:
In 1815 werd door de garnizoensoldaten die Napoleon moesten bewaken op het eiland Sint-Helena de vogel daar ingevoerd, waarna het daar een talrijke vogel werd. Hieraan ontleent de vogel zijn Nederlandse naam. De vogel kwam daar dus niet oorspronkelijk voor.
Het leefgebied bestaat uit terreintjes met grote grassoorten (zoals riet, bies en zegge) die voorkomen in moerassen en langs meren en rivieren, in berggebieden, verlaten akkers en weidegronden en ook in stadstuinen.
In Zuid-Spanje en Zuid-Portugal komen ook verwilderde populaties voor die standvogel zijn in gebieden met riet en lisdodden.
De broedduur bedraagt 11 tot 12 dagen. Na ongeveer 14 dagen kunnen de jongen reeds vliegen.
De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de soort in aantal achteruit gaat. Om deze redenen staat het Sint-Helenafazantje als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.