De zuidelijke kuifcaracara (Caracara plancus plancus) is een roofvogel die voorkomt in Zuid-Amerika. De vogel werd in 1777 als aparte soort Falco plancus door John Frederick Miller geldig beschreven en afgebeeld. De soort staat op de IOC World Bird List als ondersoort van de kuifcaracara.
De vogel heeft een lengte van 50 tot 56 cm en een gewicht van 1150 tot 1600 gram. De kuifcaracara is donkergrijsbruin met een roomwitte kop en hals. De borst, de staart en de vleugeluiteinden zijn zwart-wit gebandeerd. Verder valt de forse oranje washuid aan de snavelbasis op en heeft de vogel een zwarte kruin, de lange, gele poten en de zeer korte tenen op. Er is geen verschil in uiterlijk tussen de beide geslachten.
Deze soort komt voor van noordelijk Bolivia tot oostelijk Brazilië tot Tierra del Fuego en de Falklandeilanden. De leefgebieden liggen in graslanden en landbouwgebieden. Het meest algemeen is de soort in laaglandgebieden, maar de caracara wordt ook wel in hogere gebieden gezien.
