De oostelijke gorilla (Gorilla beringei) is een van de twee soorten gorilla's en de grootste hedendaagse primatensoort. Er zijn twee ondersoorten; de berggorilla en de oostelijke laaglandgorilla - ook Grauers gorilla genoemd.
Da
DagdierenPl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Fo
FolivoorEen folivoor is een dier dat zich vrijwel uitsluitend met bladeren voedt. Folivoren zijn specialisten binnen de groep herbivoren. Folivore dieren v...
Te
TerrestrischeBo
BoombewonendeAl
Altrische dierenLe
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Di
Dieren met een lange nekPo
PolygynieSo
Sociale dierenDo
Dominantie hiërarchieGe
Geen migrantE
begint metRe
Reuze dierenDe oostelijke gorilla is een grote mensaap met een grote kop, breed lichaam en armen die veel langer zijn dan de benen. De platte neus heeft grote neusgaten. Het gezicht, de handen, voeten en borst zijn kaal en zwart van kleur. Ook de vacht is voornamelijk zwart van kleur. Volwassen mannetjes hebben een zilverkleurig "zadel" op de rug en oudere mannetjes hebben een grijzere vacht. Daarom wordt het dominante oudste mannetje ook wel "zilverrug" genoemd. De laaglandgorilla's hebben een kortere, dichtere en zwarte vacht, de berggorilla's een langere, ruigere en meer blauwige vacht. Mannetjes zijn veel groter dan vrouwtjes. De lichaamslengte bedraagt 1,3 tot 1,9 meter en het gewicht 68 tot 210 kg. Het dier heeft geen staart.
De oostelijke gorilla leeft in de laagland- en bergregenwouden en de subalpiene wouden van het oosten van Congo-Kinshasa, het zuidwesten van Oeganda en in Rwanda, in een driehoek tussen de Lualabarivier, het Edwardmeer en het Tanganyikameer. De oostelijke gorilla heeft een voorkeur voor gebieden met een dichte kruidlaag.
De oostelijke gorilla leeft in kleine familiegroepjes, maximaal 37 dieren, bestaande uit een dominant mannetje, de zilverrug, enkele verwante vrouwtjes en hun nakomelingen en soms enkele ondergeschikte volwassen mannetjes. Een groep bestrijkt een gebied van 400 tot 800 hectare. De oostelijke gorilla is niet territoriaal en het woongebied van een groep gorilla's overlapt meestal met dat van andere groepen. Hij is overdag actief en leeft van plantaardig voedsel als vruchten, bladeren, stengels en jonge loten, vooral merg uit bamboestengels. Ook wortels, boombast, paddenstoelen en mieren staan op zijn menu. De mieren moeten vlug worden doorgeslikt voordat deze kunnen bijten. Een groot gedeelte van de dag wordt besteed aan het zoeken van voedsel en met rusten. 's Avonds zoekt de groep een rustplaats, waarbij de mannetjes op de grond slapen en de vrouwtjes in een boomnest, samen met hun jongen.
De dominante zilverrug is meestal de vader van de jongen in een groep. Hij trekt de aandacht van de vruchtbare vrouwtjes door te brullen, het slaan op de borst, het platstampen van planten en in de lucht te schoppen. Vrouwtjes blijven meestal hun hele leven bij de vader van hun eerste jong. Jongen blijven bij de moeder totdat deze opnieuw een jong krijgt (meestal na vier jaar).