De sidderaal (Electrophorus electricus) is een zoetwatervis die voorkomt in het noordelijk deel van Zuid-Amerika en net als bepaalde andere vissoorten beschikt over de eigenschap stroomstoten te kunnen afgeven. De sidderaal gebruikt deze stroomstoten, die om de 20-50 seconden opgewekt worden wanneer hij zich beweegt, om zijn weg te vinden in het donkere water en om te jagen. Hoewel de naam 'aal' anders doet vermoeden, is het geen nauwe verwant van de paling, de sidderaal behoort tot de orde van mesaalachtigen en niet palingachtigen.
Het lichaam heeft een lang toegespitste staart, een vinloze rug en een aarsvin, die een lange vinzoom vormt aan de onderzijde van het lichaam. Deze slanke vissen kunnen 2,5 meter lang worden en 20 kg wegen, hoewel alen rond de 1 meter vaker te zien zijn. Ze hebben slechte ogen, maar vinden hun weg met behulp van zwakke stroomstootjes.