Het goughwaterhoen (Gallinula comeri) (of Gallinula nesiotis) is een vogel uit de familie van rallen (Gruiformes). De vogel werd in 1892 door de Amerikaanse vogelkundige Joel Asaph Allen geldig beschreven. Het is een voor uitsterven kwetsbare vogelsoort die enigszins lijkt op het waterhoen (Gallinula chloropus). Het leefgebied van de soort beslaat twee eilandjes in de zuidelijke Atlantische Oceaan.
Het goughwaterhoen lijkt op het gewone waterhoen maar is wat kleiner en ziet er minder rank uit en heeft kortere vleugels. De vogel werd voor het eerst waargenomen in 1888 door de poolreiziger George Comer. De vogel heeft een lengte van 27 cm. Het verenkleed is meestal zwart, de nek en de rug zijn donkerbruin, de onderkant van de korte staart is wit. De bles en de snavel zijn rood, de tip van de snavel is geel. De poten zijn oranje met geel-groene en rode vlekken.
De vogels hebben hun vliegvermogen verloren. De vogels zijn alleseters. Ze voeden zich met plantendelen, zaden, insecten en aas.
De soort is een endemische soort van het eiland Gough, maar is in 1956 ook op Tristan da Cunha geïntroduceerd.