Grote visservleermuis
De grote hazenlipvleermuis of grote visservleermuis (Noctilio leporinus) is een Latijns-Amerikaanse vleermuissoort, die voornamelijk van vissen leeft. Het is een van de twee nog levende soorten hazenlipvleermuizen. De andere soort is de kleine hazenlipvleermuis (Noctilio albiventris). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 als Vespertilio leporinus door Carl Linnaeus gepubliceerd.
Na
NachtelijkVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Vi
VisetersPiscivoor betekent visetend, en is een term in de biologie die gebruikt wordt voor carnivore dieren die vrijwel uitsluitend leven van vissen. Het g...
In
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Te
TerrestrischeLe
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Bo
BoombewonendeRo
RoofdierenPredatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier. Predatoren worden ook natuurlijke ...
Ko
KoloniaalEen kolonie is in de biologie een groep van organismen die tot dezelfde soort behoren en die bij elkaar wonen. Het dicht bij elkaar leven biedt ver...
Ze
Zeer sociaalGe
Geen migrantG
begint metDe grote hazenlipvleermuis heeft lange aanhangsels aan zijn neus, een hangende bovenlip en een geribbelde kin, als een buldog. De achterpoten en klauwen zijn sterk en lang om de prooidieren uit het water te kunnen grijpen. Hij heeft een korte, fluwelen, waterdichte vacht, die oranje, gelig bruin of grijs van kleur is, met een lichte streep over de rug. De grote hazenlipvleermuis heeft een spanwijdte van 28 tot 45 centimeter. Hij is 9,8 tot 13,2 centimeter lang en 35 tot 90 gram zwaar. De staart is 1 tot 2,5 centimeter lang.
De grote hazenlipvleermuis leeft in tropische en subtropische bossen nabij wateren (moerassen, rivieren, meren, estuaria, lagunes) en in mangroven, van Mexico zuidwaarts tot Argentinië. De soort komt tevens voor op de Antillen en op Trinidad. Overdag schuilt deze soort in een holle boom, een rotsspleet of een grot, zowel landinwaarts als langs de zeekust. Uit de roestplaats van een hazenlipvleermuis komt meestal een sterke visgeur.
Rond zonsondergang wordt de soort actief. Hij jaagt boven het oppervlak van stilstaande wateren of langs de oever. De vleermuis spoort zijn prooi op door met echolocatie onregelmatigheden in de rimpels in het wateroppervlak te ontdekken, of door op goed geluk in het water te graaien op een plek waar hij vaker succes heeft gehad. De grote hazenlipvleermuis maakt een duikvlucht, waarna hij met de sterke, gekromde klauwen vissen (tot acht centimeter lang), schaaldieren als krabben en garnalen, grote waterinsecten en andere kleine waterdieren van het wateroppervlak grijpt. Hij draagt de prooi in wangzakken. De grote hazenlipvleermuis vangt ook ongewervelde dieren als schorpioenen op de grond en insecten in de lucht. Deze worden eveneens met de achterpoten gevangen.