Volgorde

Vleermuizen

1278 soorten

Vleermuizen (Chiroptera), ook wel handvleugeligen genoemd, zijn een orde van kleine zoogdieren die zich actief door de lucht kunnen voortbewegen. Hiertoe hebben ze vleugels die bestaan uit een vlieghuid, opgespannen tussen de vingers van hun voor- en achterpoten en hun staart. De kleinste soorten zijn 2,9 tot 3,4 centimeter lang, wegen 2,0 tot 2,9 gram en hebben een spanwijdte van 15 centimeter; de grootste soorten (vleerhonden) wegen 1,6 kilogram en hebben een spanwijdte van 1,7 meter. Wereldwijd zijn er ruim 1200 soorten beschreven.

De meeste vleermuizen zijn insectivoor of frugivoor (fruit-eters). Enkele soorten hebben een ander dieet: opmerkelijk zijn de vampiervleermuizen, die van het bloed leven van zoogdieren en vogels. Vrijwel alle vleermuizen hebben een nachtelijke levenswijze. Overdag verschuilen ze zich in grotten of andere verlaten schuilplaatsen. Vleermuizen komen wereldwijd voor, met uitzondering van extreem koude gebieden. Ze zijn van groot ecologisch belang, voornamelijk bij bestuiven van bloemen en het verspreiden van zaden; veel tropische planten zijn voor hun voortplanting volledig afhankelijk van vleermuizen.

Vleermuizen bieden de mens een aantal voordelen, zij het ten koste van enkele bedreigingen. De mest van vleermuizen (guano) wordt gewonnen uit grotten en gebruikt als natuurlijke mest voor sierteelt en fruit. Vleermuizen beperken insectenplagen, waardoor er minder pesticiden nodig zijn. Sommige soorten worden in Azië verwerkt in gerechten. In veel culturen worden vleermuizen geassocieerd met duisternis, kwaadwilligheid, hekserij, vampieren en de dood.

laat minder zien

Vleermuizen (Chiroptera), ook wel handvleugeligen genoemd, zijn een orde van kleine zoogdieren die zich actief door de lucht kunnen voortbewegen. Hiertoe hebben ze vleugels die bestaan uit een vlieghuid, opgespannen tussen de vingers van hun voor- en achterpoten en hun staart. De kleinste soorten zijn 2,9 tot 3,4 centimeter lang, wegen 2,0 tot 2,9 gram en hebben een spanwijdte van 15 centimeter; de grootste soorten (vleerhonden) wegen 1,6 kilogram en hebben een spanwijdte van 1,7 meter. Wereldwijd zijn er ruim 1200 soorten beschreven.

De meeste vleermuizen zijn insectivoor of frugivoor (fruit-eters). Enkele soorten hebben een ander dieet: opmerkelijk zijn de vampiervleermuizen, die van het bloed leven van zoogdieren en vogels. Vrijwel alle vleermuizen hebben een nachtelijke levenswijze. Overdag verschuilen ze zich in grotten of andere verlaten schuilplaatsen. Vleermuizen komen wereldwijd voor, met uitzondering van extreem koude gebieden. Ze zijn van groot ecologisch belang, voornamelijk bij bestuiven van bloemen en het verspreiden van zaden; veel tropische planten zijn voor hun voortplanting volledig afhankelijk van vleermuizen.

Vleermuizen bieden de mens een aantal voordelen, zij het ten koste van enkele bedreigingen. De mest van vleermuizen (guano) wordt gewonnen uit grotten en gebruikt als natuurlijke mest voor sierteelt en fruit. Vleermuizen beperken insectenplagen, waardoor er minder pesticiden nodig zijn. Sommige soorten worden in Azië verwerkt in gerechten. In veel culturen worden vleermuizen geassocieerd met duisternis, kwaadwilligheid, hekserij, vampieren en de dood.

laat minder zien