De wimpeldrager (Pteridophora alberti) is de enige soort in het geslacht Pteridophora uit de familie paradijsvogels. Het is een endemische vogelsoort uit Nieuw-Guinea. De wetenschappelijke naam is een eerbetoon aan de Duitse koning Albert van Saksen.
Da
DagdierenFr
FrugivoorEen frugivoor of fructivoor is een dier dat voornamelijk vruchten eet. Frugivoren komen veelvuldig voor in gematigde streken, maar aangezien de mee...
Pl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Bo
BoombewonendeZo
ZoochoryEi
Eiland endemischTe
TerrestrischeTe
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Oviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Po
PolygyniePo
Polygame dierenPolygamie is een huwelijksvorm waarbij één persoon tegelijkertijd gehuwd is met twee of meer personen.
So
Solitaire dierenGe
Geen migrantK
begint metDe volwassen wimpeldrager is ongeveer 22 cm lang. Het mannetje is zwart en geel en heeft een donkerbruine iris, een zwarte snavel met een lichtgroene binnenkant (mondopening). Verder heeft de wimpeldrager bruingrijze poten en twee opvallend lange (tot 50 cm), gekartelde, lichtblauwe kopveren met een parelachtige glans die hij naar believen kan opzetten. Het vrouwtje is grijsbruin met een V-vormige streepjes op de buik.
De sierveren aan de kop van het mannetje zijn zo vreemd dat, toen het eerste exemplaar naar Europa werd gebracht, men dacht dat het grap van de taxidermist ter plaatse was.
De soort komt voor in het hooggebergte van het centrale bergland vanaf het Weylandgebergte in Papoea (nu Indonesië, het vroegere Nederlands-Nieuw-Guinea) tot aan de Kratke Range in Eastern Highlands (Papoea-Nieuw-Guinea).
De soort telt 2 ondersoorten:
Het leefgebied bestaat uit nevelwoud op hellingen tussen de 1.400-2.850 meter boven de zeespiegel, maar ook bosranden grenzend aan menselijke bewoning, waar vooral vrouwtjes worden waargenomen.
Volwassen mannetjes zijn territoriaal. Het mannetje van de wimpeldrager bewaakt zijn territorium vanuit zitplaatsen bovenin hoge bomen. Van hieruit "zingt" hij en concurreert hij met mannetjes in nabijgelegen territoria. De zang lijkt een beetje op een mitrailleursalvo.
Hele uitgevallen, lange sierveren gebruikt de Archbolds prieelvogel (Archboldia papuensis) ter versiering van zijn "prieel". Mensen verzamelen deze veren weer uit de priëlen van deze prieelvogel.
In 1996 filmde David Attenborough voor het eerst het paringsritueel van de wimpeldrager.
Op de mannetjes wordt gejaagd vanwege de kostbare sierveren, die de plaatselijke bevolking gebruikt in ceremoniële kledij. Desondanks komt de soort nog relatief veel voor in geschikt leefgebied. Hij heeft daarom de beschermingsstatus 'niet bedreigd' op de Rode Lijst van de IUCN. De soort staat op bijlage II van de CITES, wat betekent dat de handel aan strenge vergunningen is gebonden.