Boomkruipers

De boomkruipers zijn kleine zangvogels, wijdverspreid in beboste gebieden van het noordelijk halfrond en Afrika bezuiden de Sahara. Hun verenkleed is dof van kleur en zoals hun naam al aangeeft, klimmen ze over het oppervlak van bomen op zoek naar voedsel. Hun snavels zijn zacht naar beneden gebogen en vrij lang, en worden gebruikt om schors te onderzoeken op insecten en spinnen. Boomkruipers klimmen vaak op boomstammen in een spiraalvormig pad, huppelend met hun voeten tegen elkaar; hun tenen zijn lang en getipt met sterk gebogen klauwen om vast te grijpen. Boomkruipers zijn vaak onverschillig voor mensen. Ze kunnen alleen of in paren worden gezien, soms in kleine familiegroepen nadat ze zijn uitgevlogen. Deze kleine vogels zijn monogaam en territoriaal. Nesten en eieren variëren tussen de geslachten: sommige soorten nestelen meestal in een opening tussen de boomschors en de boom, terwijl andere hun nesten in de vork van een tak plaatsen. De incubatie duurt 14 tot 15 dagen en de jongen vliegen na 15 tot 16 dagen uit.