De Matschieboomkangoeroe (Dendrolagus matschiei) is een zoogdier uit de familie van de kangoeroes (Macropodidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Förster & Rothschild in 1907. De soort is genoemd naar de Duitse zoöloog Paul Matschie.
Da
DagdierenNa
NachtelijkPl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Fo
FolivoorEen folivoor is een dier dat zich vrijwel uitsluitend met bladeren voedt. Folivoren zijn specialisten binnen de groep herbivoren. Folivore dieren v...
Bo
BoombewonendeTe
TerrestrischeSp
Springende dierenAl
Altrische dierenEi
Eiland endemischLe
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Po
PolygynandrieSo
Solitaire dierenGe
Geen migrantM
begint metDe vacht is grotendeels bruin, met goudkleurige ledematen en staart. De kop-romplengte bedraagt 412 tot 625 mm, de staartlengte 408 tot 685 mm, de achtervoetlegnte 91,3 tot 125 mm en de oorlengte 48 tot 62 mm.
Deze soort komt voor op het Huonschiereiland, Umboi en Mount Agulupella (Nieuw-Brittannië) in Papoea-Nieuw-Guinea. Waarschijnlijk is alleen de populatie op het Huonschiereiland inheems. Daar leeft hij op 1000 tot 3300 m hoogte.
De Matschieboomkangoeroe is voornamelijk overdag actief en waarschijnlijk solitair.
In gevangenschap gaat de voortplanting het hele jaar door. De draagtijd, ongeveer 44 dagen, is de langste van alle buideldieren. De jongen steken na 22 weken voor het eerst hun kop uit de buidel, na 27,5 weken eten ze voor het eerst zelfstandig, na 28 weken verlaten ze de buidel voor het eerst en na 41 weken verlaten ze de buidel definitief. Daarna wordt het vrouwtje weer zwanger.