Rotsspringer, Geelkuifpinguïn
De zuidelijke rotspinguïn, rotsspringer of geelkuifpinguïn (Eudyptes chrysocome synoniem: Eudyptes crestatus) is een pinguïnsoort die nauw verwant is aan de macaronipinguïn (E. chrysolophus). Op de Falklandeilanden zijn bastaards en gemengde paren aangetroffen.
Da
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Piscivoor betekent visetend, en is een term in de biologie die gebruikt wordt voor carnivore dieren die vrijwel uitsluitend leven van vissen. Het g...
Een planktivoor is een aquatisch organisme dat zich voedt met plankton, waaronder zoöplankton en fytoplankton.
Se
Semiaquatische dierenLo
LoopvogelsPr
Precociale dierenHo
Holbewonende dierenEen graafgang is een holte of een tunnel die een dier in de grond heeft gegraven als tijdelijk verblijf, als schuilplaats of als bijproduct van ond...
Na
NatatoriaalTe
TerrestrischeTe
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Co
CongregatoirOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Mo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
So
Sociale dierenKo
KoloniaalEen kolonie is in de biologie een groep van organismen die tot dezelfde soort behoren en die bij elkaar wonen. Het dicht bij elkaar leven biedt ver...
Ge
Geen migrantMi
MigrerendR
begint metDe vogel is 51 tot 62 cm lang en weegt 2 tot 3,8 kg. Het is een relatief kleine soort kuifpinguïn, van boven zwart tot blauwzwart en van onder wit. De gele kuif is relatief smal en loopt van het voorhoofd als een wenkbrauwstreep boven het oog en vormt achter het oog een losse lichtgele pluim die afhangt. Ook de zwarte veren op de kruin vormen een korte kuif die zorgt voor een karakteristiek kopvorm. De snavel is oranje tot roodachtig en de poten zijn lichtroze. De ondersoort E. c. filholi verschilt iets omdat op de snavel een roze vlies aan de basis zit.
De soort telt twee ondersoorten:
Buiten de broedtijd verblijven pinguïns in open zee. De broedkolonies liggen op kale stenige hellingen en stranden, in lavavelden, soms een beetje met graspollen begroeid en meestal dicht bij zee.
De grootte van de populatie werd in 2012 door BirdLife International geschat op 1,23 miljoen paren. Alleen al op de Falklandeilanden zijn 55 kolonies. Maar de aantallen broedparen nemen af op plaatsen die goed zijn onderzocht. Op grond van dit onderzoek wordt aangenomen dat de zuidelijke rotspinguïn in de afgelopen 37 jaar (drie generaties) met 34% is afgenomen.Wat precies oorzaken zijn, is niet duidelijk. In gebieden die binnen het grondgebied van Chili vallen, worden nog pinguïns gevangen en gedood om als aas te gebruiken bij de vangst van krabben. Op sommige eilanden zijn grazers zoals konijnen of herten actief en ook kunnen besmettelijke ziekten of olievervuiling plaatselijk een bedreiging vormen. Om deze redenen staat de zuidelijke rotspinguïn kwetsbaar op de Rode Lijst van de IUCN.