Westelijke haakneusslang
Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Onderorde
SOORTEN
Heterodon nasicus
Grootte van de populatie
Unknown
Levensduur
9-20 years
Gewicht
80-350
2.8-12.3
goz
g oz 
Lengte
38-51
15-20.1
cminch
cm inch 

De westelijke haakneusslang (Heterodon nasicus) is een ongevaarlijke slang uit de familie toornslangachtigen (Colubridae) en de onderfamilie Dipsadinae. Met een lengte tot 100 cm, meestal kleiner, en het cilindervormige lichaam is het een klein aandoende slang met een zeer stevig uiterlijk.

Uiterlijk

In de basis is deze slang zandkleurig met op de flanken een regelmatig patroon van roestbruine stippen omgeven door een dunne witte rand welke ontstaat uit gehele schubben of een lokale witte verkleuring op de zandkleurige schubben. Op de rug zijn dezelfde stippen aanwezig. Deze zijn groter en over het algemeen 'aan elkaar gegroeid' tot zadels. Boven op de kop is een karakteristiek vlampatroon te zien. De onderkant van de kop en de hals zijn zand wit tot zandkleurig. De buik en staart zijn geheel zwart en rondom de cloaca zit het vuilgele zadel.

Laat meer zien

De voorste twee bovenlipschubben zijn sterk naar boven gebogen en hieraan heeft de slang zijn naam aan te danken.

Deze slang is ophistoglyf, dit wil zeggen dat er een verlengde achter in de bek geplaatst is. In tegenstelling tot wat algemeen wordt aangenomen is de slang niet speeksel-giftig. Het dier heeft een duidelijk ontwikkelde gifklier, Duvernoy's klier genoemd, die in verbinding staat met de gegroefde giftanden. Deze verlengde tanden kunnen zelfs 'uitklappen' omdat het voorste deel van het gebit, waar de tanden aan vastzitten, in verbinding staat door middel van een scharnier met het achterste deel van het gebit.

Het gif van de haakneus is voor mensen ongevaarlijk. Er zijn gevallen bekend waarbij een wat branderig gevoel en/of stijfheid van de gebeten vinger en aanliggende gebieden optrad. Bij verscheidene experimenten uitgevoerd op amfibieën en zoogdieren is het gif geclassificeerd als hemotoxisch en alleen de amfibieën vertoonden pas na enige dagen versterving na injectie van het gif.

Laat minder zien

Video

Verdeling

Geografie

De westelijke haakneusslang komt voor in delen van Noord-Amerika en leeft in de Verenigde Staten, in de staten Montana, North Dakota, South Dakota, Nebraska, oostelijk Wyoming, Illinois, oostelijk Colorado, New Mexico, Kansas, Oklahoma, Texas, westelijk Minnesota. Daarnaast is de soort gevonden in zuidwestelijk Canada.

Laat meer zien

De habitat bestaat uit savannen, scrublands, graslanden en woestijnen. Ook in door de mens aangepaste streken zoals weilanden kan de slang worden aangetroffen.

Laat minder zien

Gewoonten en leefwijze

De westelijke haakneusslang is een schemer- en dagactieve slang die actief foerageert op zoek naar prooien. Bij een confrontatie met een vijand beschikt de slang over een breed arsenaal aan schijnvertoningen om de belager te misleiden.

Laat meer zien

Meestal wordt begonnen met het plat maken van de nek, zoals de cobra doet, dit gaat meestal gepaard met een agressief gesis. Vervolgens zal met een gesloten bek worden uitgehaald naar de belager alsware het om een gifbeet toe te dienen. Als dit allemaal niet werkt draait de slang zich op zijn rug en laat zijn tong uit zijn mond hangen en speelt voor dood. Om te voorkomen dat er zich vuil van de bodem in de luchtwegen of het spijsverteringskanaal komt wordt de keel afgesloten en maakt de slang heel veel speeksel aan. Om deze acteerprestatie kracht bij te zetten scheidt de slang via de anale klieren de geur van rottend vlees uit. Roofdieren die levende slangen eten, lusten namelijk geen dode exemplaren en willen nog weleens afdruipen.

De paring vindt meestal plaats in de herfst. Het sperma wordt gedurende de winterrust opgeslagen. In het voorjaar wordt er vaak nog eens gepaard.

Om de voortplanting en de gezondheid van de dieren te stimuleren is het verstandig om een winterrust van 8 tot 12 weken te geven waarin de dieren op 8 tot 16 °C gehouden worden. Twee weken voor het begin van de winterrust moet de laatste voeding gegeven zijn om verrotting van eventueel achtergebleven voer in de slang te voorkomen. Bouw het temperatuurverschil op en af over een periode van twee weken voor en na de winterrust. Heel jonge dieren hoeven niet in winterrust of kunnen af met een heel korte winterrust.

Laat minder zien
Seizoensgebonden gedrag

Dieet en voeding

De slang eet voornamelijk padden en salamanders met af en toe andere slangen, kleine hagedissen en zoogdieren. Eieren zouden ook op het menu staan.

Laat meer zien

Haakneuzen zijn goed te wennen aan het eten van ontdooide diepvriesmuizen. Wildvang exemplaren moeten nog weleens over de streep getrokken worden door de muis te voorzien van de geur van een kikker of een pad.Voer liefst dood zodat de muis de haakneus niet kan beschadigen, want de haakneus doet niet aan wurgen en het doden van de muis met zijn zwakke gif zit er ook niet in. De slang begint gewoon te kauwen op dat deel van de prooi wat het dichtstbij is. De prooi zou daar weleens niet van gediend kunnen zijn en precies hetzelfde doen bij de haakneus.Het vangen of houden van alle inheemse amfibieënsoorten is verboden, dus het voeren van de voor de slang natuurlijke hoofdmaaltijd wordt een dure aangelegenheid. Wellicht dat de slang een kwartel-ei aanneemt als variatie.

Laat minder zien

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

Populatie

Referenties

1. Westelijke haakneusslang artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Westelijke_haakneusslang
2. Westelijke haakneusslang op de IUCN Rode Lijst-site - https://www.iucnredlist.org/species/63819/12718545

Meer fascinerende dieren om over te leren