De vorkstaartmeeuw (Xema sabini) is een kleine meeuw uit de arctis.
De soort is te herkennen aan het opvallende vleugelpatroon, de vlucht vertoont enige gelijkenis met die van een stern. Adulte exemplaren hebben een vaalgrijze rug en dekveren, zwarte handpennen en witte armpennen. De staart is wit en gevorkt. De kopkap van de man wordt gedurende het broedseizoen donkergrijs. De snavel is zwart met een gele punt. Juveniele exemplaren hebben eveneens een driekleurig vleugelpatroon, maar hierbij zijn delen die bij de adult grijs zijn, bruin en de staart heeft zwarte eindband. Na twee jaar krijgen jonge vogels het volwassen kleed. Op afstand is het mogelijk de vorkstaartmeeuw te verwarren met de drieteenmeeuw.
Het broedgebied van de soort bevindt zich zowel in het Amerikaanse als het Euraziatische deel van het noordpoolgebied. In het najaar trekt de vorkstaartmeeuw naar meer gematigde breedtes. De vogel broedt in kolonies in toendramoerassen, nabij zoet water of aan de kust.
Aangezien de enige Euraziatische broedlocatie zich op Spitsbergen bevindt, is de vorkstaartmeeuw in Nederland en België vrij zeldzaam. Het is een echte zeevogel die zich voornamelijk op open zee ophoudt en de beste kansen om ze waar te nemen zijn bij een najaarsstorm aan de Wadden- of Noordzeekust.
Het voedsel bestaat uit visjes, wormen, insecten, kreeftjes en mosselen.