Dikstaartgerbil
De dikstaartmuis is een middelgrote woestijnrat met een lichaamslengte van ongeveer 10 cm en met een staart van ongeveer 5 cm lang. De veel bekendere Mongoolse renmuis (Meriones unguiculatus) weegt vaak tussen de 70 en 80 gram. Een dikstaartmuis daarentegen weegt gemiddeld maar ongeveer 40 gram. Toch lijken ze vaak veel dikker. Deze woestijnratsoort heeft een dikke, zachte, pluizige vacht. De haren op de rug zijn geel gekleurd met een donkergrijze basis en een kleine zwart puntje. De buik is helder wit. Hun lichaam is rond en wat afgeplat en heeft geen duidelijke nek. Dikstaartmuizen hebben een scherp gezicht met grote ovale ogen. De oren van deze soort zitten laag wat het dier een vosachtige kop geeft. De poten zijn kort voor een woestijnrat.
Dikstaartmuizen lijken wat op een hamster, maar anders dan een hamster heeft de dikstaartmuis een spitse snuit en een dikke, bijna kale, knuppelvormige staart. Aan deze ongewone en opvallende staart dankt dit dier ook zijn Nederlandse naam. Een gezonde dikstaartmuis is te herkennen aan een mooie ronde dikke staart. Dankzij hun staart zijn ze ook erg makkelijk te onderscheiden van andere woestijnratten.
In het wild leven dikstaartmuizen solitair (alleen) en soms in een kleine groep (moeder met jongen). In gevangenschap kunnen ze zowel solitair als met meerderen bij elkaar gehouden worden.
In het wild worden de dikstaartmuizen actief tijdens de schemering. In gevangenschap lijken de dikstaartmuizen dagdieren te zijn, hoewel ze heel veel slapen! Deze woestijnrat is korte perioden actief naast langere periodes van slaap, en ze zijn erg diepe slapers. Ze gaan soms in een stadium dat lijkt op een winterslaap, maar geen echte winterslaap is.
Dikstaartmuizen zijn erg handelbaar en zullen niet snel bijten. Volgens veel bronnen zouden gevangen wilde dikstaartmuizen met de blote hand uit de val gehaald kunnen worden zonder gebeten te worden (hoewel dat te betwijfelen valt). Dikstaartmuizen die niet gewend zijn aan mensen kunnen wel degelijk bijten, hoewel ze veel minder bijterig zijn dan bijvoorbeeld Mongoolse renmuizen en Syrische hamsters (Mesocricetus auratus).
Vrouwtjes kunnen agressief zijn naar mannetjes. In groepen dikstaartmuizen zullen ze soms vechten of ruziën over een speeltje of iets anders in het verblijf, bijvoorbeeld wie er gebruik mag maken van het looprad. Als ze ruziën piepen ze erg luid en bijten ze elkaar. Ook kan het paringsritueel van de dikstaartmuis verward worden met vechten.
Mannelijke dikstaartmuizen hebben, net zoals de meeste andere knaagdieren, een geurklier op hun buik om hun territorium te markeren door zich uit te rekken en met hun buik over de grond en spullen in hun verblijf te schuren. Hun geurmerken zijn niet waarneembaar door mensen en er komt geen merkbare geur uit hun verblijf, zoals bij hamsters en muizen.
Dikstaartmuizen zijn, wat hun puntige snuit al doet vermoeden, vooral insecteneters, maar eten ook verschillende planten. Onderzoekers hebben dikstaartmuizen zien eten van de volgende planten: Anabasis articulata en Artemisia monosperma.
Dikstaartmuizen zijn echte woestijndieren en hebben leren leven in deze droge gebieden. De dikstaartmuis slaat voedsel (vet) en water op in zijn staart net zoals de kameel dat doet in zijn bulten.
Dikstaartmuizen zijn geslachtsrijp als ze 2 maanden oud zijn, en in gevangenschap planten ze zich het gehele jaar voort. Het vrouwtje wordt maar eens in de 7 dagen bronstig. De draagtijd van de dikstaartmuis is 19-24 dagen. De gemiddelde nestgrootte is 3-5 jongen en de jongen stoppen met melk drinken op een leeftijd van ongeveer 29 dagen.
Het paringsritueel van de dikstaartmuizen is enigszins ongewoon. Zowel het mannetje als het vrouwtje staan op hun achterpoten en worstelen en maken piepgeluidjes. Ze lijken elkaar nooit echt te bijten, maar het kan er wild aan toe gaan.