De reuzenzwartkopmeeuw (Ichthyaetus ichthyaetus synoniem: Larus ichthyaetus) is een zeer grote vogel uit de familie van de meeuwen (Laridae). Tot voor kort werd de soort bij het geslacht Larus ingedeeld, maar aan de hand van onderzoek aan mitochondriaal DNA is gebleken dat dit niet correct is.
Piscivoor betekent visetend, en is een term in de biologie die gebruikt wordt voor carnivore dieren die vrijwel uitsluitend leven van vissen. Het g...
Te
TerrestrischeCo
CongregatoirOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Zeevogel is een informele biologisch-ecologische term voor die soorten vogels die zich hebben aangepast op een leven langs of in de buurt van de ku...
So
Sociale dierenMi
MigrerendP
begint metDe reuzenzwartkopmeeuw wordt 58-67 centimeter en is daarmee groter dan de zilvermeeuw. Hij heeft lange gele poten en een lange, gele, stevige snavel met rode stip en een zwart dwarsbandje. In zomerkleed hebben ze een zwarte kop en vleugelpunten, een wit lichaam, grijs verenkleed en witte oogleden. In winterkleed geen zwarte kop, maar slechts een zwarte oorstreek als bij zwartkopmeeuw. Juveniele vogels hebben een bruine borst, witte onderdelen, geschubde bovendelen en een zwarte eindband aan de staart.
De reuzenzwartkopmeeuw broedt op eilandjes in meren en lagunen, gelegen in steppes en halfwoestijnen van Centraal-Azië tot de Zwarte Zee, soms broedt hij ook op bergplateaus. Ze overwinteren in het Midden-Oosten en Zuidwest-Azië, buiten de broedtijd leven ze langs kusten in het binnenland. De herfsttrek vindt plaats in oktober en november, in februari en maart keren ze weer terug naar hun broedgebied.
In Midden-Europa een schaarse, maar bijna jaarlijkse wintergast. In West-Europa een zeldzame dwaalgast. Ook gezien in België en Nederland. In Nederland maar twee keer tussen 1940 en 2021.
Reuzenzwartkopmeeuwen eten vooral vissen, krabben en kreeftachtigen, maar ook kleine zoogdieren, hagedissen, eieren en insecten.
Reuzenzwartkopmeeuwen broeden in kolonies die erg variëren in grootte, van tien paren tot enkele duizenden paren. Het niet beklede nest wordt gemaakt tussen laaggroeiende vegetatie op de grond. De 2-3 eieren worden in april of mei gelegd, ze zijn groengrijs van kleur met grijze en bruine vlekken. Beide ouders broeden en na 23-29 dagen komen de eieren uit. De jongen kunnen na ongeveer 45 dagen vliegen.
De reuzenzwartkopmeeuw heeft een groot verspreidingsgebied en daardoor is de kans op de status kwetsbaar (voor uitsterven) gering. De grootte van de populatie is in 2015 geschat op 125.000 - 1.100.00 vogels. De trend is toenemend, daarom staat deze meeuw als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.