De quokka (Setonix brachyurus) is een wallaby, een klein soort kangoeroe, uit het zuidwesten van Australië. Het is de enige soort uit het geslacht Setonix.
Na
NachtelijkPl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Fo
FolivoorEen folivoor is een dier dat zich vrijwel uitsluitend met bladeren voedt. Folivoren zijn specialisten binnen de groep herbivoren. Folivore dieren v...
Fr
FrugivoorEen frugivoor of fructivoor is een dier dat voornamelijk vruchten eet. Frugivoren komen veelvuldig voor in gematigde streken, maar aangezien de mee...
Te
TerrestrischeSp
Springende dierenAl
Altrische dierenDi
Dieren met een lange nekEi
Eiland endemischLe
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Bo
BoombewonendePo
PolygynandrieSo
Sociale dierenGe
Geen migrantQ
begint metSc
Schattige dierenDe quokka heeft een gedrongen lichaamsbouw. Het lichaam is rond met een korte snuit en afgeronde oren. Hij heeft een dichte ruige vacht, die bruin van kleur is. In het gezicht en de nek is de vacht rossiger. De quokka wordt 40 tot 54 centimeter lang en 1,5 tot 4,5 kilogram zwaar. De staart is 25 tot 35 centimeter lang.
De quokka komt enkel voor in de kuststreek in het zuidwesten van West-Australië, in droge bossen en struwelen langs moerassen en rivieren. Tegenwoordig zijn ze daar zeldzaam door predatie van ingevoerde vossen. Wel komen ze nog algemeen voor op twee vosvrije eilandjes voor de kust, Rottnesteiland en Baldeiland. Vooral op het eerste eiland komen ze vrij veel voor. Op Rottnesteiland hebben de dieren hun schuwheid verloren en komen ze vrij dicht in de buurt van mensen, waardoor ze daar een toeristische attractie zijn geworden.
De quokka leeft in kleine familiegroepjes. Meerdere familiegroepjes houden onderling contact met elkaar en hebben overlappende woongebieden. Overdag rusten ze tussen de struiken. 's Avonds gaan ze op zoek naar voedsel. Ze eten gras, bladeren, vruchten en jonge scheuten van struiken.
Na een draagtijd van 27 dagen wordt één jong geboren. Het jong blijft zes maanden lang in de buidel.