Toei
De toei (Prosthemadera novaeseelandiae) is een endemische vogelsoort van Nieuw-Zeeland en een van de grootste vertegenwoordigers van de familie der honingeters.
De toei (spreek uit: toe΄wie) is vooral bekend onder de Engelse naam “tui”. Deze naam stamt af van "tui" uit het Maori, wat een klanknabootsing (onomatopee) is.Het geluid van de toei is het kenmerk waaraan men in de natuurlijke bossen van Nieuw-Zeeland de soort het best kan herkennen. Maar ook het uiterlijk is opvallend: van een afstand lijkt het een grote zwarte merel met een witte vlek onder de bek. De luidruchtige vlucht is het derde opvallende kenmerk.
Da
DagdierenPl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Ne
NectarivoorIn de zoölogie is een nectarivoor een dier dat zijn energie- en voedingsbehoeften ontleent aan een dieet dat voornamelijk of uitsluitend bestaat u...
Bo
BoombewonendeEi
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Te
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Co
CongregatoirMo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
So
Sociale dierenGe
Geen migrantT
begint metKl
KletskousenDe toei is iets groter dan een merel. Zowel in de vlucht als zittend is er wel duidelijke gelijkenis met de merel.Van een afstand moge de toei dan zwart lijken, van dichterbij heeft de volwassen vogel een donkerbruine rug en flanken, veelkleurig iriserende vleugels en staart en aan de zijkant en achter op de nek witgerande veertjes. Opvallend zijn de witte bellen in de hals, die het mannetje tijdens het zingen opblaast. Mannetjes en vrouwtjes zijn uiterlijk gelijk. Jonge vogels zijn bruiniger en nog zonder witte halsveertjes.
Men zal van de toei meestal maar één of twee exemplaren tegelijk waarnemen, soms kleine familiegroepjes. Af en toe zal zich een grotere groep vormen in de buurt van geschikte voedselbronnen. De toei prefereert eenzelfde biotoop als de grijsrugbrilvogel, de Maori-belhoningvogel (ook een Nieuw-Zeelandse honingeter) en de Nieuw-Zeelandse vruchtenduif of kererū.
Hoewel ze een duidelijke voorkeur hebben voor bos met een natuurlijk karakter, lager dan 1500 meter, zijn ze ook wel te vinden in andere bosrijke gebieden. In een stedelijk milieu zal men de toei minder snel vinden, maar ook daar kan men ze zien foerageren op geschikte voedselplanten.
De toei is in Nieuw-Zeeland een endemische soort. Dat wil zeggen dat hij alleen op de eilanden van Nieuw-Zeeland wordt aangetroffen. De soort kan op veel plaatsen in Nieuw-Zeeland worden aangetroffen, vooral op het Noordereiland, de west- en zuidkust van het Zuidereiland en Stewarteiland. Ook op andere eilanden.Door het verdwijnen van biotoop, door bejaging en door (geïmporteerde) predatoren is de populatie aanzienlijk teruggelopen. Tegenwoordig lijkt van enig herstel sprake.
De vlucht van toeis is luidruchtig. Ze hebben korte, brede vleugels die ervoor zorgen dat ze uitstekend kunnen manoeuvreren in dichte bossen. Het is daarvoor wel nodig dat ze snel met hun vleugels flapperen. Deze ruisende vleugels trekken tijdens het vliegen de aandacht.
Tijdens de baltsvlucht vliegt het mannetje snel verticaal omhoog. Dan mindert hij snelheid en zet een dalende vlucht in. Deze dalende vlucht gaat over in een duikvlucht. Dit herhaalt zich.
Mannetjes kunnen in de broedtijd zeer territoriaal zijn. Ze verjagen alle andere vogels, of ze nu groot of klein zijn, met luid geflapper en geluiden die op vloeken lijken. Dit gedrag wordt in het bijzonder vertoond, als andere toeis een geliefde voedselboom bezetten. De vogels zullen dan hun veren opzetten om groter te lijken en daarmee een rivaal te imponeren.
Naast vruchten en insecten is nectar het belangrijkste voedsel. Pollen en zaden worden minder regelmatig gegeten. De nectar van Nieuw-Zeelands vlas (Phormium tenax) is zeer populair. Deze nectar heeft fermenterende eigenschappen. Als toeis er veel van eten gaan ze soms zo vliegen dat ze dronken lijken. De toei is de belangrijkste bestuiver van Nieuw-Zeelands vlas. Ze spelen ook een belangrijke rol als bestuivers van veel soorten inheemse bomen, zoals het Pseudopanax-geslacht, het Sophora-geslacht en pohutukawa (Metrosideros excelsa).
De broedtijd begint vroeg in de lente; in september en oktober. Het mannetje bakent zijn territorium af door te zingen vanaf hoge punten, vooral 's ochtends vroeg en laat in de avond. Het vrouwtje bouwt alleen een nest. Het nest is een omvangrijk geheel van twijgen en takjes, bekleed met gras, heel vaak in een vork van een boom. De eieren worden gelegd in de periode van september tot januari, maar vooral in november en december. Het vrouwtje broedt alleen, gedurende ca. 14 dagen. Het legsel bestaat uit 2, 3 of 4 eieren (29x21mm). De eieren zijn wit of lichtroze met roodachtig bruine stippen en vlekken. Aanvankelijk voedt het vrouwtje alleen de jongen, later beide volwassen vogels. Na ca. 21 dagen kunnen de jongen vliegen.
Toeis kunnen twaalf jaar oud worden.