Het verenkleed is aan de onderzijde oranjebruin en aan de bovenzijde bruin. De staart is oranjebruin. De felgekleurde, waaiervormige kuif is bij het mannetje rood met blauwe veertoppen en bij het vrouwtje geel met blauwe toppen. De kuif is meestal niet opgezet en steekt soms zover naar achteren dat de vogel een 'hamerkop' lijkt te hebben.
Deze soort komt voor van Mexico tot Bolivia en zuidoost Brazilië in de laaglandheuvels in regenwoud en subtropisch open bos en telt 2 ondersoorten:
Zijn voedsel bestaat voornamelijk uit insecten, die hij met uitvallen uit de lucht plukt.