De rode lynx (Lynx rufus) is een katachtige uit het geslacht der lynxen (Lynx). Hij komt voor in Noord-Amerika en is daar bekend onder de naam "bobcat".
Cr
CrepusculairEen schemeractief dier of crepusculair dier is een dier dat in de schemering actief zijn, maar niet 's nachts. In feite zijn zelfs veel dieren die ...
Vl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Aa
AaseterEen aaseter is een dier dat leeft van dierlijke resten, en niet zelf op voedsel jaagt. Aaseters kunnen groot of klein zijn. Veel insecten zijn bijv...
Te
TerrestrischeCu
Cursoriale dierenMe
MesopredatorTe
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Le
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Hi
Hinderlaag roofdierPo
PolygynandrieSo
Solitaire dierenGe
Geen migrantB
begint metAm
Amerikaanse Staten dierenDe rode lynx is een meter hoog en 71 tot 125 centimeter lang. Hij weegt 6,4 tot 13 (soms tot 16) kg. Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes. De vacht is gelig tot roodachtig bruin, met een witte onderzijde. 's Winters is de kleur grijzer. Donkere vlekken lopen over het lichaam, dunne strepen in het gezicht, en dikkere strepen op het bovenbeen en op de staart. Het dier dankt zijn Engelse naam bobcat aan het 20 tot 30 cm korte staartje. Op de oren zitten kleine pluimpjes, die kleiner zijn dan bij de meeste andere lynxen.
De voornaamste vijanden van het dier zijn grote hondachtigen zoals coyotes en wolven, maar ook de mens vormt een bedreiging.
De rode lynx komt in de gehele Verenigde Staten voor (met uitzondering van enkele gebieden in het Midden-Westen), evenals in aangrenzende gebieden in zuidelijk Canada en in Mexico. Hij is waarschijnlijk het algemeenst in het westen van Noord-Amerika. Het verspreidingsgebied van de rode lynx overlapt in het noorden met dat van de Canadese lynx (Lynx canadensis). In Maine en Minnesota zijn kruisingen tussen deze twee katachtigen aangetroffen.
De rode lynx komt in bijna alle habitats voor: struwelen, gemengde en naaldwouden, loofbossen, moerassen, woestijnen, landbouwgebied. Hij komt het meest voor in gebieden met een dichte ondergroei en een groot aantal prooidieren. Hij lijkt niet te kunnen overleven in uitgestrekte landbouwgebieden, en komt om die reden waarschijnlijk niet meer voor in het midwesten van de Verenigde Staten.
De rode lynx is een solitaire soort. Hij bakent zijn woongebied af met urine, uitwerpselen, afscheiding van de anaalklieren en krabsporen op boomstammen. Overdag rust de rode lynx in een rotsspleet of dicht struikgewas. Soms houdt hij zich op in een boom.
Gedurende de schemering zoekt de rode lynx naar prooi. Meestal volgt hij dan dezelfde jachtpaden. De belangrijkste prooidieren zijn haasachtigen als de Amerikaanse haas en het Floridakonijn, maar ook vogels en andere zoogdieren als muizen, eekhoorns, mollen, spitsmuizen, huiskatten, Virginiaanse opossums, wasberen, vossen, boomstekelvarkens en stinkdieren worden gegrepen. Bij voedselschaarste eet het dier ook aas en kan hij zelfs proberen een witstaarthert te doden. De rode lynx jaagt vanuit een uitkijkpost of een schuilplaats.
In februari en maart zijn de vrouwtjes krols. De paartijd valt daardoor in die maanden. Na een reeks van elkaar achtervolgen en bespringen vanuit een hinderlaag volgt de paring. Soms paart een vrouwtje met meerdere mannetjes.
Eind april, begin mei worden een tot zeven (gemiddeld 2 à 3) jongen geboren. In het zuiden van het verspreidingsgebied kan een lynx twee worpen per jaar krijgen, maar in de rest van het verspreidingsgebied is één worp de norm. De jongen worden geboren in een nest van gedroogde planten in een grot, in een schuilplaats tussen de rotsen of in een holle boom. Ze hebben bij de geboorte reeds een gevlekte vacht.
Na ongeveer een week openen de jongen hun ogen. De moeder zoogt ze dan nog acht weken en daarna beginnen de jongen vast voedsel te eten. Vanaf dit moment laat de moeder het mannetje dichterbij komen. Hij brengt nu regelmatig voedsel en helpt ook bij de opvoeding van zijn jongen. Na elf maanden zijn de jongen zelfstandig. Meestal paart een rode lynx pas voor het eerst in het tweede levensjaar.